Notaris-, schepen- en andere akten

876 Jasper Peters van Heeswijck had aan Jan Peters ver A een huis met toebehoren verkocht. De naam van dit huis was de drie Moriaens Hoofden en is nu de drie Swaentiens. Belenders: De erfgenamen van Willem Hendrick Monincx en het Heijms Gasthuijs. Er waren bezwaren door de erfgenamen van Willem Hendrick Monicx vanwege de oesdrop ( een ruimte tussen de huizen voor de afvoer van regenwater). Reden voor de koper Jan Peters om 60 gulden van de betaalsom niet te betalen. Na overleg met Johan Joosten van Vechel, Peters Jasper van Heeswijck en de erfgenamen van Willem Hendrick Monincx is er een minnelijke schikking getroffen. De verkoper heeft aan de dezelfde erfgenamen een bedrag van 25 gulden betaald. Verder zijn voor de schepenen verschenen Peter de zoon van wijlen Handrick Monincx en Jan Corsten man van Maijken de dochter van Willem Monincx. Zij handelen tevens namens hun onmondige broer Aert. Zij verklaren dat het huis met toebehoren hiermede is getransporteerd aan Jan Peters ver A.

875 Voor schepenen van Vught zijn verschenen Ariaen, Hendrick en Heijlken, kinderen van wijlen Jan Janssen Peters, alsmede Meriken de weduwe van Jan Jansen Peters. Zij zijn gemachtigd volgens de Autorisatie gepasseerd voor schepenen van Vught 18-10-1651. Zij verkopen perceel akkerland genaamd aan de Heijcant te Vught grenzend aan de Cranenbraeck. Belenders: Johan van Ravensteijn, Luijcas Handricx en Goijart Aertsen. Ariaen heeft 1/6de deel van het perceel verkregen door koop van Hendrick Ariens. Ariaen is de man van Maijken de dochter van Jan Jansen Peters. Koper is Luijcas Handrick Heesters. Er rust een last op te betalen aan de rentmeester der domeinen.

874 Voor de schepenen van Vught zijn verschenen Jan en Dries, zonen van Jan Jansen Michielsen; Jacop Wouters, man van Anneken; Peter Wouters, man van Grietien en Dirck Handricx man van Maijken. Anneken, Grietien en Maijken zijn dochters van Jan Jansen Michielsen. Zij machtigen hun schoonvader Luijcas Handricx en hun zwager Peter Wouters om namens hen te handelen. Het betreft een vlasschuur eventueel met inhoud.

873 Luijcas Handrick Heesters, man van Maijken, de weduwe van Jan Jansen Michielsen bezit het tochtrecht van een kindsdeel van de nagelaten goederen van Jan Jansen Michielsen, dit volgens de schepenen van Vught. Voor de schepenen van Vught is verschenen Jan de zoon van Jan Jansen Michielsen en heeft mede namens zijn broers en zusters aan Luijcas Handrick Heesters een jaarlijkse cijns van 10 gulden verkocht. De hoofdsom bedraagt 200 gulden.