Philips, hertog van Brabant, gebiedt aan zijn schout van Kempenland of diens plaatsvervanger, wegens tegenwerking bij de bouw door Henrick van Certingen van een windkorenmolen in Bergeijk, alle bezwaarmakers op te roepen om 16 dagen later in Brussel te verschijnen en de dag daarop hun bezwaren naar voren te brengen bij de kanselier en Raad van Brabant. Met verzoek aan de schout verslag van zijn oproep in te dienen bij de raad.
Philips, hertog van Brabant, gebiedt aan zijn schout van Kempenland of diens plaatsvervanger, wegens tegenwerking bij de bouw door Henrick van Certingen van een windkorenmolen in Bergeijk, alle bezwaarmakers op te roepen om 16 dagen later in Brussel te verschijnen en de dag daarop hun bezwaren naar voren te brengen bij de kanselier en Raad van Brabant. Met verzoek aan de schout verslag van zijn oproep in te dienen bij de raad.