Anthonis van Bourgondië, gouverneur van Brabant, schrijft aan de schout van 's-Hertogenbosch en zijn andere schouten en dienaren in de Meierij. De hertog heeft op verzoek van de meester van Postel, die door zijn rentmeester van Den Bosch onrecht werd aangedaan, de palen van het godshuis en zijn goederen vernieuwd, omdat ze waren verouderd en vergaan en sommige heimelijk verwijderd. Hij geeft hun opdracht in de plaatsen waar het van belang is dit te laten verkondigen en de rechten van het godshuis te respecteren en hen te helpen. Mochten die van Bladel of anderen menen andere rechten te hebben, dat moeten ze dit bewijzen voor het hof van de hertog. Gegeven te Leuven.
Anthonis van Bourgondië, gouverneur van Brabant, schrijft aan de schout van 's-Hertogenbosch en zijn andere schouten en dienaren in de Meierij. De hertog heeft op verzoek van de meester van Postel, die door zijn rentmeester van Den Bosch onrecht werd aangedaan, de palen van het godshuis en zijn goederen vernieuwd, omdat ze waren verouderd en vergaan en sommige heimelijk verwijderd. Hij geeft hun opdracht in de plaatsen waar het van belang is dit te laten verkondigen en de rechten van het godshuis te respecteren en hen te helpen. Mochten die van Bladel of anderen menen andere rechten te hebben, dat moeten ze dit bewijzen voor het hof van de hertog. Gegeven te Leuven.