Notaris Arnoldus de Aggere, clericus van Luik, instrumenteert dat Yda, dochter van Johannes de Beerze en weduwe van Ghiselbertus geheten Jacobs zoen, overgedragen heeft aan heer Johannes de Eyke, meester van het huis van Postel, ten behoeve van dat huis het vruchtgebruik dat haar toebehoort in een erfpacht van 2 mud rogge. Gedaan in het huis van het huis van Postel in 's-Hertogenbosch met als getuigen de heren Gerardus, investiet van de kerk van Beek bij Aarle, en Theodericus de Gheldrop, priesters, en Henricus Rutgheri de Erpe.
Notaris Arnoldus de Aggere, clericus van Luik, instrumenteert dat Yda, dochter van Johannes de Beerze en weduwe van Ghiselbertus geheten Jacobs zoen, overgedragen heeft aan heer Johannes de Eyke, meester van het huis van Postel, ten behoeve van dat huis het vruchtgebruik dat haar toebehoort in een erfpacht van 2 mud rogge. Gedaan in het huis van het huis van Postel in 's-Hertogenbosch met als getuigen de heren Gerardus, investiet van de kerk van Beek bij Aarle, en Theodericus de Gheldrop, priesters, en Henricus Rutgheri de Erpe.