Notaris Henricus de Palude, clericus van Luik, instrumenteert dat Johannes geheten Meermans Iunior, zoon van Johannes geheten Meermans de Lumel, geschonken heeft aan frater Arnoldus de Eyke, premonstratenzer, convers en supprovisor van het godshuis van Postel, goederen (onduidelijk waar). Gedaan in Duizel in de akkers daar bij de kerk, met als getuigen Ludovicus geheten Volder, Johannes wever, Henricus geheten Leyten, Johannes geheten de Achgel, Nycholaus zoon van Johannes Nycholai, Johannes zoon van Wilhelmus geheten van den Ruwen Bocht, Johannes zoon van Jutta Goedens, en Lambertus geheten de Stridonc.
Notaris Henricus de Palude, clericus van Luik, instrumenteert dat Johannes geheten Meermans Iunior, zoon van Johannes geheten Meermans de Lumel, geschonken heeft aan frater Arnoldus de Eyke, premonstratenzer, convers en supprovisor van het godshuis van Postel, goederen (onduidelijk waar). Gedaan in Duizel in de akkers daar bij de kerk, met als getuigen Ludovicus geheten Volder, Johannes wever, Henricus geheten Leyten, Johannes geheten de Achgel, Nycholaus zoon van Johannes Nycholai, Johannes zoon van Wilhelmus geheten van den Ruwen Bocht, Johannes zoon van Jutta Goedens, en Lambertus geheten de Stridonc.