Schepenen van Eindhoven oorkonden dat Willelmus de Wedert, Rodolphus de Brembosch en Everardus de Walewijc, broers, beloofd hebben namens Theodericus, zoon van hun zuster, aan het huis van Postel alle schade van zijn kant te vergoeden, welke belofte Gosewinus de Beke, schout van 's-Hertogenbosch, en meester Johannes, provisor van dit huis, op zich genomen hebben. Tevens hebben de drie broers namens Theodericus beloofd de helft van de van Postel genomen paarden te vergoeden volgens uitspraak van Walterus Toyart en Henricus geheten Haet de Yke.
Schepenen van Eindhoven oorkonden dat Willelmus de Wedert, Rodolphus de Brembosch en Everardus de Walewijc, broers, beloofd hebben namens Theodericus, zoon van hun zuster, aan het huis van Postel alle schade van zijn kant te vergoeden, welke belofte Gosewinus de Beke, schout van 's-Hertogenbosch, en meester Johannes, provisor van dit huis, op zich genomen hebben. Tevens hebben de drie broers namens Theodericus beloofd de helft van de van Postel genomen paarden te vergoeden volgens uitspraak van Walterus Toyart en Henricus geheten Haet de Yke.