Notaris Petrus de Platea, priester van Luik, instrumenteert dat Henricus geheten de Goerle, zoon van Henricus geheten de Goerle, clericus van Luik, beloofd heeft aan zijn broer Arnoldus geheten de Goerle, ten behoeve van Henricus, natuurlijke zoon van genoemde Henricus en Gertruda, natuurlijke dochter van Gerardus geheten de Ouden, zoon van de investiet van Aarle, dat hij aan zijn natuurlijke zoon Henricus zal geven diens leven lang een erfpacht van 1 mud rogge uit zijn huis, hof en toebehoren in Helmond op een plaats geheten Die Haghe. Tevens draagt hij dat huis, die hof en toebehoren over aan zijn natuurlijke zoon Henricus als extra onderpand gedurende diens leven. Als de moeder van het kind hem echter alsnog aanklaagt vanwege haar ontmaagding of zwangerschap of niet tevreden is, dan vervalt de pacht, met nadere voorwaarden. Gedaan in Helmond voor het huis van Arnoldus de Goerle, met als getuigen Henricus, zoon van Wilhelmus de (...)s, clericus, Joannes Tinctor en Amelius, zoon van Johannes Roeselmans.
Notaris Petrus de Platea, priester van Luik, instrumenteert dat Henricus geheten de Goerle, zoon van Henricus geheten de Goerle, clericus van Luik, beloofd heeft aan zijn broer Arnoldus geheten de Goerle, ten behoeve van Henricus, natuurlijke zoon van genoemde Henricus en Gertruda, natuurlijke dochter van Gerardus geheten de Ouden, zoon van de investiet van Aarle, dat hij aan zijn natuurlijke zoon Henricus zal geven diens leven lang een erfpacht van 1 mud rogge uit zijn huis, hof en toebehoren in Helmond op een plaats geheten Die Haghe. Tevens draagt hij dat huis, die hof en toebehoren over aan zijn natuurlijke zoon Henricus als extra onderpand gedurende diens leven. Als de moeder van het kind hem echter alsnog aanklaagt vanwege haar ontmaagding of zwangerschap of niet tevreden is, dan vervalt de pacht, met nadere voorwaarden. Gedaan in Helmond voor het huis van Arnoldus de Goerle, met als getuigen Henricus, zoon van Wilhelmus de (...)s, clericus, Joannes Tinctor en Amelius, zoon van Johannes Roeselmans.