Theodericus, heer van Altena, oorkondt dat hij om het zielenheid van zichzelf, zijn vader, moeder en voorouders geschonken heeft aan het klooster van Postel land van zijn allodium te Vrone Mierde, zoals aangewezen door Gislebertus zoon van Balduinus de Mirde.
Theodericus, heer van Altena, oorkondt dat hij om het zielenheid van zichzelf, zijn vader, moeder en voorouders geschonken heeft aan het klooster van Postel land van zijn allodium te Vrone Mierde, zoals aangewezen door Gislebertus zoon van Balduinus de Mirde.