De meester van het huis van Postel, enerzijds, en A., investiet of rector van de kerk van Oerle, en de gemeenschap van Oerle anderzijds oorkonden dat ze arbiters benoemd hebben om hun geschil te beslechten over bomen en eikenhout in en rond de sloot rond het kerkhof, over een schuur tussen deze sloot en de kerk en over een cijns. Als arbiters benoemt de abt van Floreffe de investieten van Hapert en Zonderwijk; die van Oerle benoemen de investieten van Aalst en Knegsel. Als die geen uitspraak kunnen doen, wordt het geschil voorgelegd aan de deken van Hilvarenbeek en de investiet van Helvoirt, clericus van aartsdiaken heer G. de Nass(owe).
De meester van het huis van Postel, enerzijds, en A., investiet of rector van de kerk van Oerle, en de gemeenschap van Oerle anderzijds oorkonden dat ze arbiters benoemd hebben om hun geschil te beslechten over bomen en eikenhout in en rond de sloot rond het kerkhof, over een schuur tussen deze sloot en de kerk en over een cijns. Als arbiters benoemt de abt van Floreffe de investieten van Hapert en Zonderwijk; die van Oerle benoemen de investieten van Aalst en Knegsel. Als die geen uitspraak kunnen doen, wordt het geschil voorgelegd aan de deken van Hilvarenbeek en de investiet van Helvoirt, clericus van aartsdiaken heer G. de Nass(owe).