Schepenen van Oerle oorkonden dat de geburen van Oerle, Knegsel, Vessem en Winterle de rechten die ze van de hertog van Brabant verkregen hebben op de 'wieren' (vijvers, wijers, vennen) tussen Zandoerle en Vessem op de heide en die geheten zijn Dat Staken Venne en Die Kele, waarover een geschil bestaat tussen de geburen van deze dorpen en Godevart Marcelijs soen van Oerle opgedragen hebben aan heer Jhan van den Plasch, ridder, schout van Den Bosch, en dat Godevart Marcelijs soen al zijn rechten op deze wieren eveneens aan Jhan van der Plasch opgedragen heeft.
Schepenen van Oerle oorkonden dat de geburen van Oerle, Knegsel, Vessem en Winterle de rechten die ze van de hertog van Brabant verkregen hebben op de 'wieren' (vijvers, wijers, vennen) tussen Zandoerle en Vessem op de heide en die geheten zijn Dat Staken Venne en Die Kele, waarover een geschil bestaat tussen de geburen van deze dorpen en Godevart Marcelijs soen van Oerle opgedragen hebben aan heer Jhan van den Plasch, ridder, schout van Den Bosch, en dat Godevart Marcelijs soen al zijn rechten op deze wieren eveneens aan Jhan van der Plasch opgedragen heeft.