Notaris Henricus Jordani de Oerscot, priester van Luik, instrumenteert dat Arnoldus geheten Keyser, wonend in Oerle, hem verzocht heeft namens Nycholaus de Blochem, meester en provisor van het huis van Postel, uit het testament van Jacobus de Baest, wonend in Oerle, een stuk af te schrijven betreffende Postel, luidend: Jacobus en zijn vrouw Katherina legateren aan het godshuis van Postel een erfpacht van een half mud rogge na hun beider dood bij (=ten laste van?) Godefridus zoon van Godefridus van den Eynde in Zeelst. Gedaan op het kerkhof van Sint-Petrus in Oirschot met als getuigen Godefridus van den Merevenne, clericus, en Wilhelmus geheten Cost de Straten.
Notaris Henricus Jordani de Oerscot, priester van Luik, instrumenteert dat Arnoldus geheten Keyser, wonend in Oerle, hem verzocht heeft namens Nycholaus de Blochem, meester en provisor van het huis van Postel, uit het testament van Jacobus de Baest, wonend in Oerle, een stuk af te schrijven betreffende Postel, luidend: Jacobus en zijn vrouw Katherina legateren aan het godshuis van Postel een erfpacht van een half mud rogge na hun beider dood bij (=ten laste van?) Godefridus zoon van Godefridus van den Eynde in Zeelst. Gedaan op het kerkhof van Sint-Petrus in Oirschot met als getuigen Godefridus van den Merevenne, clericus, en Wilhelmus geheten Cost de Straten.