Notaris Johannes Bekerdijc alias de Oerscot geheten, priester van Luik, instrumenteert dat heer Nycholaus de Blehaing, provisor van het huis van Postel, en Arnoldus Hoernken, burger van 's-Hertogenbosch, voor hem verschenen zijn. De goederen van Ellaer in Oirschot, bezit van Postel, zijn verpand aan Johannes Arnoldi(?) Hoernkens en Henricus Andree Hoernkens voor een lijfrente. Genoemde Arnoldus belooft aan de provisor dat hij de lijfrente binnen drie jaar kan afkopen. Gedaan in 's-Hertogenbosch bij het achterste deel van het Huis van Postel met als getuigen heer Johannes Mijs, priester, en Nycholaus de Palude, clericus.
Notaris Johannes Bekerdijc alias de Oerscot geheten, priester van Luik, instrumenteert dat heer Nycholaus de Blehaing, provisor van het huis van Postel, en Arnoldus Hoernken, burger van 's-Hertogenbosch, voor hem verschenen zijn. De goederen van Ellaer in Oirschot, bezit van Postel, zijn verpand aan Johannes Arnoldi(?) Hoernkens en Henricus Andree Hoernkens voor een lijfrente. Genoemde Arnoldus belooft aan de provisor dat hij de lijfrente binnen drie jaar kan afkopen. Gedaan in 's-Hertogenbosch bij het achterste deel van het Huis van Postel met als getuigen heer Johannes Mijs, priester, en Nycholaus de Palude, clericus.