Th., heer van Herlaar, en zijn eerstgeboren zoon Arnoldus oorkonden dat de heer van Herlaar met instemming van zijn zoon Arnoldus in eigendom gegeven heeft aan Th., heer van Teede, de goederen in Reusel, die Th. van hem in leen houdt. Met medebezegeling door Gosvinus geheten Cock op verzoek van Arnoldus. Met als getuigen heer Godefridus, plebaan van Gestel, Bald., kapelaan van Herlaar, meester H. de Hosterwic, clericus van de bisschop van Luik, Renerus geheten Snavel, Tylmannus de Monte, H. Blavoet en Godefridus de Molendino.
Th., heer van Herlaar, en zijn eerstgeboren zoon Arnoldus oorkonden dat de heer van Herlaar met instemming van zijn zoon Arnoldus in eigendom gegeven heeft aan Th., heer van Teede, de goederen in Reusel, die Th. van hem in leen houdt. Met medebezegeling door Gosvinus geheten Cock op verzoek van Arnoldus. Met als getuigen heer Godefridus, plebaan van Gestel, Bald., kapelaan van Herlaar, meester H. de Hosterwic, clericus van de bisschop van Luik, Renerus geheten Snavel, Tylmannus de Monte, H. Blavoet en Godefridus de Molendino.