Johannes, hertog van Lotharingen, oorkondt dat hij, gehoord hebbend dat vroeger heer Fastrardus de Uutwike, ridder van Uutwike, eerste stichter van het huis van Postel, aan dat huis geschonken had het allodium van het dorp Reusel met toebehoren, namelijk Oevensfoert en vandaar tot Litsfoert, vandaar 'alle die Ramen op' tot Berscot, vandaar tot Middebleke, vandaar tot Ghenekensfoert, vandaar, zoals de rechte hertogsstraat tot een eik geheten Scoenegras, vandaar tot aan Gheraerdshorst, vandaar tot aan Wolfhole, vandaar rechtstreeks op Ghenen Scomhorst, vandaar op de daar geplaatste palen tot aan de paal gestoken in Drincvenne, vandaar tot Ridderkensvenne, vandaar tot de eerste paal geheten Oevensfoert. Op verzoek van frater Robertus de Durnout, provisor van het huis, bekrachtigt hij dit allodium met afpalingen en stelt een straf van 20 schelling op overtredingen inzake inscharen van vee of schapen, maaien van heide en plaggen of uitgraven van turf. Gegeven in Breda.
Johannes, hertog van Lotharingen, oorkondt dat hij, gehoord hebbend dat vroeger heer Fastrardus de Uutwike, ridder van Uutwike, eerste stichter van het huis van Postel, aan dat huis geschonken had het allodium van het dorp Reusel met toebehoren, namelijk Oevensfoert en vandaar tot Litsfoert, vandaar 'alle die Ramen op' tot Berscot, vandaar tot Middebleke, vandaar tot Ghenekensfoert, vandaar, zoals de rechte hertogsstraat tot een eik geheten Scoenegras, vandaar tot aan Gheraerdshorst, vandaar tot aan Wolfhole, vandaar rechtstreeks op Ghenen Scomhorst, vandaar op de daar geplaatste palen tot aan de paal gestoken in Drincvenne, vandaar tot Ridderkensvenne, vandaar tot de eerste paal geheten Oevensfoert. Op verzoek van frater Robertus de Durnout, provisor van het huis, bekrachtigt hij dit allodium met afpalingen en stelt een straf van 20 schelling op overtredingen inzake inscharen van vee of schapen, maaien van heide en plaggen of uitgraven van turf. Gegeven in Breda.