Notaris Johannes de Heardevelde geeft afschrift van stukken uit 1357 van aanklachten en verdediging in het geschil tussen Willem van Stackenborgh te Someren enerzijds en pater Jan van Perweijs, meester van Postel, en de abt van Floreffe anderzijds, ter beslechting waarvan de hertog en de hertogin van Brabant hebben aangesteld heer Jan, ridder, heer van Wittem en Wahlwiller, en heer Jan Tserclaes, deken van Sint-Goedele te Brussel. Het betreft onder meer de verkoop van heerlijkheid en kasteel van Asten (broer van Willem is Henrick, ridder en later meester van Postel, hun moeder is vrouwe van Boisschot, grootmoeder is Beatix van Cuijk), in bewaring gegeven documenten en kostbaarheden wegens een reis van Willem naar het Heilig Land met zijn broer Theus, diverse andere kostbaarheden, hoeven, tienden en de molen te Someren, goederen te Rode, Hofstade, Hilvarenbeek.
Notaris Johannes de Heardevelde geeft afschrift van stukken uit 1357 van aanklachten en verdediging in het geschil tussen Willem van Stackenborgh te Someren enerzijds en pater Jan van Perweijs, meester van Postel, en de abt van Floreffe anderzijds, ter beslechting waarvan de hertog en de hertogin van Brabant hebben aangesteld heer Jan, ridder, heer van Wittem en Wahlwiller, en heer Jan Tserclaes, deken van Sint-Goedele te Brussel. Het betreft onder meer de verkoop van heerlijkheid en kasteel van Asten (broer van Willem is Henrick, ridder en later meester van Postel, hun moeder is vrouwe van Boisschot, grootmoeder is Beatix van Cuijk), in bewaring gegeven documenten en kostbaarheden wegens een reis van Willem naar het Heilig Land met zijn broer Theus, diverse andere kostbaarheden, hoeven, tienden en de molen te Someren, goederen te Rode, Hofstade, Hilvarenbeek.