Schepenen van Someren oorkonden dat Dyebout, zoon van Henric zoon van Dyebout van Zoemeren, een verdeling wilde met Kathelijn Sproefs van het goed Ten Eckerbroecke, als zekerheid waarvoor panden ter waarde van 200 mottoenen gezet moesten worden.
Schepenen van Someren oorkonden dat Dyebout, zoon van Henric zoon van Dyebout van Zoemeren, een verdeling wilde met Kathelijn Sproefs van het goed Ten Eckerbroecke, als zekerheid waarvoor panden ter waarde van 200 mottoenen gezet moesten worden.