Notaris Theodericus Onstaden de Asten, priester van Luik, instrumenteert op verzoek van Wilhelmus de Eyck, armiger, ten behoeve van het huis van Postel, dat Henricus en Reynerus, zonen van Wilhelmus de Boesscot, kwijtgescholden hebben aan de heer van Postel alle aanspraken van de kant van hun vader en van henzelf. Gedaan in Someren op de openbare weg voor het huis van Henricus met als getuigen Arnoldus, Johannes en Heynricus geheten Bruyn, broers, clerici, en Nicolaus, zoon van Marsilius.
Notaris Theodericus Onstaden de Asten, priester van Luik, instrumenteert op verzoek van Wilhelmus de Eyck, armiger, ten behoeve van het huis van Postel, dat Henricus en Reynerus, zonen van Wilhelmus de Boesscot, kwijtgescholden hebben aan de heer van Postel alle aanspraken van de kant van hun vader en van henzelf. Gedaan in Someren op de openbare weg voor het huis van Henricus met als getuigen Arnoldus, Johannes en Heynricus geheten Bruyn, broers, clerici, en Nicolaus, zoon van Marsilius.