Ridder Wilhelmus, heer van Boxtel, en zijn broer, de clericus Jacobus, ookonden aan de bisschop van Luik en aan G. de Nassou, aartsdiaken van Luik, dat ze Nicholaus geheten Paiem en Johannes, claviger van het hof van Luik, gemachtigd hebben om het patronaatsrecht dat ze bezitten in de kerk van Zonderwijk (Veldhoven) over te dragen, te weten: voor Wilhelmus om het over te dragen aan de bisschop ten behoeve van abt en convent van Floreffe; voor Jacobus om afstand te doen van zijn eventueel recht in deze kerk wegens een voordracht, die zijn broer Wilhelmus voor hem ten behoeve van deze kerk gedaan heeft en om het geschil dat hij hierover heeft ten overstaan van de aartsdiaken te beëindigen.
Ridder Wilhelmus, heer van Boxtel, en zijn broer, de clericus Jacobus, ookonden aan de bisschop van Luik en aan G. de Nassou, aartsdiaken van Luik, dat ze Nicholaus geheten Paiem en Johannes, claviger van het hof van Luik, gemachtigd hebben om het patronaatsrecht dat ze bezitten in de kerk van Zonderwijk (Veldhoven) over te dragen, te weten: voor Wilhelmus om het over te dragen aan de bisschop ten behoeve van abt en convent van Floreffe; voor Jacobus om afstand te doen van zijn eventueel recht in deze kerk wegens een voordracht, die zijn broer Wilhelmus voor hem ten behoeve van deze kerk gedaan heeft en om het geschil dat hij hierover heeft ten overstaan van de aartsdiaken te beëindigen.