Schepenen van Waalre en Valkenswaard oorkonden dat Willem Hermans als man van Geertrude, dochter van Symoen Mathijs zoen en zijn vrouw Geerborge, overgedragen heeft aan Jan Willems Geraerdszoen van Balen, kellenaar te Venbergen, ten behoeve van het godshuis van Postel alle 'scharen' (=grazende beesten?) die op het goed Te Venbergen zijn en alle tijd die hij op dit goed mag hebben en heeft het godshuis daarvan kwijtgescholden.
Schepenen van Waalre en Valkenswaard oorkonden dat Willem Hermans als man van Geertrude, dochter van Symoen Mathijs zoen en zijn vrouw Geerborge, overgedragen heeft aan Jan Willems Geraerdszoen van Balen, kellenaar te Venbergen, ten behoeve van het godshuis van Postel alle 'scharen' (=grazende beesten?) die op het goed Te Venbergen zijn en alle tijd die hij op dit goed mag hebben en heeft het godshuis daarvan kwijtgescholden.