Schepenen van Arendonk oorkonden dat Lijsbeth Baten bekend heeft schuldig te zijn aan Gheerde den Moutmakere een jaarlijkse erfpacht van een halve mudde rogge op de helft van een erfgoed dat Lijsbeth en haar kinderen bezitten naast de "lopende graft" en aan de andere kant naast het erf van Tielman Lochtmans en aan de straat, alsook op een stuk land waarvan de helft gelegen is op de Steendonc tussen het erf van Jannes Goetelden en dat van Claes Loenens, met het ene einde naast het erf van Heinric Tymmermans en met het andere einde naast het erf van genoemde Lijsbeth en haar moeder.
Schepenen van Arendonk oorkonden dat Lijsbeth Baten bekend heeft schuldig te zijn aan Gheerde den Moutmakere een jaarlijkse erfpacht van een halve mudde rogge op de helft van een erfgoed dat Lijsbeth en haar kinderen bezitten naast de "lopende graft" en aan de andere kant naast het erf van Tielman Lochtmans en aan de straat, alsook op een stuk land waarvan de helft gelegen is op de Steendonc tussen het erf van Jannes Goetelden en dat van Claes Loenens, met het ene einde naast het erf van Heinric Tymmermans en met het andere einde naast het erf van genoemde Lijsbeth en haar moeder.