Anton van Bourgondië, ruwaard van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van de meester van Postel het privilege bevestigt, dat was verleend door zijn oudtante, hertogin Johanna, inzake het schutten van beesten, het steken van turf, het maaien van heide en het hakken van hout, met name tegen onderzaten van het land van Loon, en de meester toestaat twee dienaren aan te stellen als schutters om dit privilege te doen naleven; de schutters moeten de eed afleggen voor de schout van ’s-Hertogenbosch en van de door hen geïnde boeten rekenschap geven aan de rentmeester van 's-Hertogenbosch.
Anton van Bourgondië, ruwaard van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van de meester van Postel het privilege bevestigt, dat was verleend door zijn oudtante, hertogin Johanna, inzake het schutten van beesten, het steken van turf, het maaien van heide en het hakken van hout, met name tegen onderzaten van het land van Loon, en de meester toestaat twee dienaren aan te stellen als schutters om dit privilege te doen naleven; de schutters moeten de eed afleggen voor de schout van ’s-Hertogenbosch en van de door hen geïnde boeten rekenschap geven aan de rentmeester van 's-Hertogenbosch.