Jan IV, hertog van Brabant, oorkondt aan de drossaard van Brabant, de schouten van ’s-Hertogenbosch, Kempenland, Peelland, Maasland, Oosterwijk, Turnhout en al zijn andere rechters en dienaars dat Jan Stakenborch alias Spikerman vijand geworden is van de meester en het convent van Postel en gedreigd heeft het klooster en andere goederen van het godshuis in brand te steken of naar Wachtendonk te komen om zijn zin (sijnen goeden moet) te krijgen, waarbij hij hulp heeft gekregen van Jan Back, Gherit Velthuen, Ghijss Pot, Peter Block, Rubert Tant, Herman Swaen, Lubbert Craen, Pouwels Haen, Geret Scaff, Kolff van Aldenhoven, Rijchgert Waelbestoven en Reynart Hoeghgevlogen, en aangezien de hertog verplicht is zijn godshuizen te beschermen, beveelt hij hen om Jan Stakenborch anders geheiten Spikerman of vanden Spiker en zijn helpers te arresteren en te berechten.
Jan IV, hertog van Brabant, oorkondt aan de drossaard van Brabant, de schouten van ’s-Hertogenbosch, Kempenland, Peelland, Maasland, Oosterwijk, Turnhout en al zijn andere rechters en dienaars dat Jan Stakenborch alias Spikerman vijand geworden is van de meester en het convent van Postel en gedreigd heeft het klooster en andere goederen van het godshuis in brand te steken of naar Wachtendonk te komen om zijn zin (sijnen goeden moet) te krijgen, waarbij hij hulp heeft gekregen van Jan Back, Gherit Velthuen, Ghijss Pot, Peter Block, Rubert Tant, Herman Swaen, Lubbert Craen, Pouwels Haen, Geret Scaff, Kolff van Aldenhoven, Rijchgert Waelbestoven en Reynart Hoeghgevlogen, en aangezien de hertog verplicht is zijn godshuizen te beschermen, beveelt hij hen om Jan Stakenborch anders geheiten Spikerman of vanden Spiker en zijn helpers te arresteren en te berechten.