Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat de Raad van Brabant uitspraak heeft gedaan en de provisor in het gelijk gesteld in het geschil tussen Aernd Hoevelman en de provisor van het godshuis van Postel over een prebende die de hertog ter gelegenheid van zijn Blijde Inkomst in Brabant aan Hoevelman had beloofd, terwijl de provisor voorhield dat de hertog die prebende bij dezelfde gelegenheid aan Willem, dienaar van Jacob, heer van Gaasbeek en raadsheer-kamerling van de hertog.
Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat de Raad van Brabant uitspraak heeft gedaan en de provisor in het gelijk gesteld in het geschil tussen Aernd Hoevelman en de provisor van het godshuis van Postel over een prebende die de hertog ter gelegenheid van zijn Blijde Inkomst in Brabant aan Hoevelman had beloofd, terwijl de provisor voorhield dat de hertog die prebende bij dezelfde gelegenheid aan Willem, dienaar van Jacob, heer van Gaasbeek en raadsheer-kamerling van de hertog.