Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat Jan van Kessel, wonend te Someren, in zijn erfgoed te Vladeracken een watermolen heeft, waarop van oudsher gemalen werd zonder octrooi en zonder jaarcijns te betalen, waarna Goessen Heym, rentmeester van ’s-Hertogenbosch, met open brieven van de hertog beslag heeft gelegd op genoemde molen en Jan van Kessel heeft gedaagd voor de Raad van Brabant, maar dat Jan van Kessel in de Rekenkamer te Brussel zijn onwetendheid is komen bepleiten en voorgesteld heeft een jaarlijkse erfcijns te betalen voor het gebruik van de molen, en dat, na advies van de kanselier, raadslieden, de leden van de Rekenkamer en de raadslieden gecommitteerd tot de hertogelijke domeinen en financiën, met Jan van Kessel is overeengekomen dat deze aan de hertogelijke rentmeester van ’s-Hertogenbosch een boete van vier Rijnsgulden moet betalen en verder voor zijn octrooi elk jaar op 5 oktober een erfcijns van vier oude koningsgroten Tournois, met de molen als onderpand.
Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat Jan van Kessel, wonend te Someren, in zijn erfgoed te Vladeracken een watermolen heeft, waarop van oudsher gemalen werd zonder octrooi en zonder jaarcijns te betalen, waarna Goessen Heym, rentmeester van ’s-Hertogenbosch, met open brieven van de hertog beslag heeft gelegd op genoemde molen en Jan van Kessel heeft gedaagd voor de Raad van Brabant, maar dat Jan van Kessel in de Rekenkamer te Brussel zijn onwetendheid is komen bepleiten en voorgesteld heeft een jaarlijkse erfcijns te betalen voor het gebruik van de molen, en dat, na advies van de kanselier, raadslieden, de leden van de Rekenkamer en de raadslieden gecommitteerd tot de hertogelijke domeinen en financiën, met Jan van Kessel is overeengekomen dat deze aan de hertogelijke rentmeester van ’s-Hertogenbosch een boete van vier Rijnsgulden moet betalen en verder voor zijn octrooi elk jaar op 5 oktober een erfcijns van vier oude koningsgroten Tournois, met de molen als onderpand.