Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië, hertogen van Brabant, oorkonden dat zij op verzoek van Henrick van Eyck, provisor en meester van het godshuis van Postel, alle privileges, bezittingen en vrijdommen bevestigen, die aan het godshuis verleend zijn door de hertogen en hertoginnen van Brabant.
Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië, hertogen van Brabant, oorkonden dat zij op verzoek van Henrick van Eyck, provisor en meester van het godshuis van Postel, alle privileges, bezittingen en vrijdommen bevestigen, die aan het godshuis verleend zijn door de hertogen en hertoginnen van Brabant.