Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat Jan Jorijs en Lijsbetht, Marie en Katline Jorijs, kinderen van Jorijs Tfoochs, een erfpacht van een mud rogge, die zij geërfd hebben van hun vader, en die hun grootvader Wouter die Voocht gekocht had van Gorijs Pauwels, verkocht hebben aan het godshuis van Postel en overgedragen aan Jannes van Bergelen ten behoeve van het godshuis, waarbij hun moeder Marie Jorijs heeft afstand gedaan van haar vruchtgebruik.
Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat Jan Jorijs en Lijsbetht, Marie en Katline Jorijs, kinderen van Jorijs Tfoochs, een erfpacht van een mud rogge, die zij geërfd hebben van hun vader, en die hun grootvader Wouter die Voocht gekocht had van Gorijs Pauwels, verkocht hebben aan het godshuis van Postel en overgedragen aan Jannes van Bergelen ten behoeve van het godshuis, waarbij hun moeder Marie Jorijs heeft afstand gedaan van haar vruchtgebruik.