Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat heer Henrick van Eynde, meester en provisor van het godshuis van Postel, met zijn momber Goeswin van Goerle, bekent verkocht en in erfpacht gegeven te hebben aan Wouter Moens zoon van Moenen Tijs van Dessel, een beemd geheten de Monnick beempt, gelegen te Dessel, groot negen bunder en palend aan de erven van Goerd Pauwels, van de kinderen van Mathijs Slechten en van Jan Perlijcmans, voor een erfrente van achttien peters per jaar.
Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat heer Henrick van Eynde, meester en provisor van het godshuis van Postel, met zijn momber Goeswin van Goerle, bekent verkocht en in erfpacht gegeven te hebben aan Wouter Moens zoon van Moenen Tijs van Dessel, een beemd geheten de Monnick beempt, gelegen te Dessel, groot negen bunder en palend aan de erven van Goerd Pauwels, van de kinderen van Mathijs Slechten en van Jan Perlijcmans, voor een erfrente van achttien peters per jaar.