Schepenen van Turnhout oorkonden dat Johannes dictus Brekenere, schout van Antwerpen, bekent ontvangen te hebben van broeder Arnoldus, ondermeester in Postel, alle erfgoederen van wijlen meester Johannes de Turnout, tegen een cijns van 10 schellingen oude groten van de koning van Frankrijk, en daarvoor zijn goederen in Beerse als onderpand stelt, die vroeger toebehoorden aan Petrus Beens.
Schepenen van Turnhout oorkonden dat Johannes dictus Brekenere, schout van Antwerpen, bekent ontvangen te hebben van broeder Arnoldus, ondermeester in Postel, alle erfgoederen van wijlen meester Johannes de Turnout, tegen een cijns van 10 schellingen oude groten van de koning van Frankrijk, en daarvoor zijn goederen in Beerse als onderpand stelt, die vroeger toebehoorden aan Petrus Beens.