In een proces voor schepenen van Eersel en stadhouder van Kempenland heeft heer Joest Loukens, priester, religieus en kelder te Postel, geklaagd dat hij nog recht had op 11 mud rogge van een erfpacht van 4 mud rogge, die Jacob Jans Rademekers zoen beloofd had aan Henrick van Eyck uit een goed, geheten Den Brule, in Eersel gelegen aan de gemeint, en uit een goed Dat Nouwelant met aangelegen heideveld, ook aan de gemeint gelegen, volgens akte van 30 juni 1441. Na een procesgang voor schepenen van 's-Hertogenbosch worden deze onderpanden toegewezen aan het godshuis of de kellerij van Postel.
In een proces voor schepenen van Eersel en stadhouder van Kempenland heeft heer Joest Loukens, priester, religieus en kelder te Postel, geklaagd dat hij nog recht had op 11 mud rogge van een erfpacht van 4 mud rogge, die Jacob Jans Rademekers zoen beloofd had aan Henrick van Eyck uit een goed, geheten Den Brule, in Eersel gelegen aan de gemeint, en uit een goed Dat Nouwelant met aangelegen heideveld, ook aan de gemeint gelegen, volgens akte van 30 juni 1441. Na een procesgang voor schepenen van 's-Hertogenbosch worden deze onderpanden toegewezen aan het godshuis of de kellerij van Postel.