Schepenen, gezworenen, kerk- en heiligegeestmeesters van Someren verklaren dat ze met toestemming van de naburen geld opgenomen hebben om daarmee een rente van 70 keizerlijke gulden af te lossen, losbaar met 1400 gulden, waarvoor ook de goederen van het godshuis van Postel zijn aangeslagen, te weten de molen met het molenhuis en de smallle tienden en de vier hoeven met de tienden voor 79,5 keizerlijke gulden. Heer Hanrick Boorten, meester van het godshuis, wil dit betalen op voorwaarde dat Someren belooft dat, als later blijkt dat Postel niet hoeft te betalen, het geld teruggegeven wordt. Someren belooft dit en verklaart dat enkele ingezetenen menen dat Postel boven dit aandeel niet meer schuldig is aan Someren te betalen dan in de schulden aan Jan Verwers te Weert en aan Hanrick de Haze.
Schepenen, gezworenen, kerk- en heiligegeestmeesters van Someren verklaren dat ze met toestemming van de naburen geld opgenomen hebben om daarmee een rente van 70 keizerlijke gulden af te lossen, losbaar met 1400 gulden, waarvoor ook de goederen van het godshuis van Postel zijn aangeslagen, te weten de molen met het molenhuis en de smallle tienden en de vier hoeven met de tienden voor 79,5 keizerlijke gulden. Heer Hanrick Boorten, meester van het godshuis, wil dit betalen op voorwaarde dat Someren belooft dat, als later blijkt dat Postel niet hoeft te betalen, het geld teruggegeven wordt. Someren belooft dit en verklaart dat enkele ingezetenen menen dat Postel boven dit aandeel niet meer schuldig is aan Someren te betalen dan in de schulden aan Jan Verwers te Weert en aan Hanrick de Haze.