In het geschil tussen het godshuis van Postel en de ingezetenenen van Reusel over het gebruik van de gemeint van Reusel hebben heer Jan van Brogel, meester en provisor van het godshuis, die de eigendom claimde van de gemeint, hetgeen de ingezetenen van Reusel ontkenden, een overeenkomst gesloten met toestemming van de abt van Floreffe. Daarover is een proces gevoerd voor de Raad van Brabant, omdat het godshuis percelen aan particulieren in cijns uitgaf waarna die van Reusel de 'grachten' (wallen) rondom deze percelen slechtten. Heer Jan van Bruegel, meester en provisor van het godshuis, en schepenen en ingezetenen van Reusel hebben door tussenkomst van Servaes Schilder, schout van Oisterwijk en Hilvarenbeek etc., en Arnt van Tuldel van de zijde van het godshuis, en Wouter Goyaerts zoen van den Berghe en Bertholomeus Snellen van de zijde van die van Reusel een accoord gesloten. De ingezetenen van Reusel mogen de gemeint voortaan gebruiken voor een jaarlijkse cijns van 6 carolusgulden, onder nadere voorwaarden. Met goedkeuring van heer Goyaert Martens, abt van Floreffe.
In het geschil tussen het godshuis van Postel en de ingezetenenen van Reusel over het gebruik van de gemeint van Reusel hebben heer Jan van Brogel, meester en provisor van het godshuis, die de eigendom claimde van de gemeint, hetgeen de ingezetenen van Reusel ontkenden, een overeenkomst gesloten met toestemming van de abt van Floreffe. Daarover is een proces gevoerd voor de Raad van Brabant, omdat het godshuis percelen aan particulieren in cijns uitgaf waarna die van Reusel de 'grachten' (wallen) rondom deze percelen slechtten. Heer Jan van Bruegel, meester en provisor van het godshuis, en schepenen en ingezetenen van Reusel hebben door tussenkomst van Servaes Schilder, schout van Oisterwijk en Hilvarenbeek etc., en Arnt van Tuldel van de zijde van het godshuis, en Wouter Goyaerts zoen van den Berghe en Bertholomeus Snellen van de zijde van die van Reusel een accoord gesloten. De ingezetenen van Reusel mogen de gemeint voortaan gebruiken voor een jaarlijkse cijns van 6 carolusgulden, onder nadere voorwaarden. Met goedkeuring van heer Goyaert Martens, abt van Floreffe.