De schepenen van Mill oorkonden dat Jan Hubenzoon en Griet, zijn echtgenote, hebben bekend schuldig te zijn aan Hennicen Aelra en Lisabette Derics, dochters van boer Donc, 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Johannes midzomer, afkomstig uit hub erf en goed te Wanrooy, gremzend aan het erf van Janss. Smeets en aan het erf van Hankens Tsjaepenzoon.
Origineel ( inv.nr. 44), met schependomszegel.
In dorso: Dyt sin dye bryeven van Ernst van Doernen ende Oolken syn wief uytgegeven hebben todt een erfspinde inder Sacramentskoor op sunte Magdalenadach.
De schepenen van Mill oorkonden dat Jan Hubenzoon en Griet, zijn echtgenote, hebben bekend schuldig te zijn aan Hennicen Aelra en Lisabette Derics, dochters van boer Donc, 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Johannes midzomer, afkomstig uit hub erf en goed te Wanrooy, gremzend aan het erf van Janss. Smeets en aan het erf van Hankens Tsjaepenzoon.
Origineel ( inv.nr. 44), met schependomszegel.
In dorso: Dyt sin dye bryeven van Ernst van Doernen ende Oolken syn wief uytgegeven hebben todt een erfspinde inder Sacramentskoor op sunte Magdalenadach.