Bartoult die Jeger en Jan Monnick, schepenen te Grave, oorkonden dat Willem Snavel en Yda, zijn echtgenote hebben opgedragen aan Baldewyn Vaex en Gerit van Diepenbeeck en hun erfgenamen 4 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Kerstmis, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen de stadsgracht, de gemene straat, de stadsmuur en het stadserf, en uit een koolhof, gelegen buiten de Hampoort, grenzende aan de Leigracht, de gemene straat en het erf van Willem Verviers.
Origineel (inv. nr. 21), met de zegels van de beide schepenen. Afschrift Cartularium, VII (inv. nr. 2)
Bartoult die Jeger en Jan Monnick, schepenen te Grave, oorkonden dat Willem Snavel en Yda, zijn echtgenote hebben opgedragen aan Baldewyn Vaex en Gerit van Diepenbeeck en hun erfgenamen 4 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Kerstmis, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen de stadsgracht, de gemene straat, de stadsmuur en het stadserf, en uit een koolhof, gelegen buiten de Hampoort, grenzende aan de Leigracht, de gemene straat en het erf van Willem Verviers.
Origineel (inv. nr. 21), met de zegels van de beide schepenen. Afschrift Cartularium, VII (inv. nr. 2)