Jan van Olmen en Jan Abezoon, schepenen te Grave, oorkonden dat Jorden Engelen en Lysbet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Jacob Spaenrebeen en zijn erfgenamen 3 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Kerstmis, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Jutta, echtgenote van wijlen Fredericx Steenbeckers, en het erf van Jans van Rysen, grenzende aan het erf van Baert Arntszoon en aan de gemene straat.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen, waarvan het zegel van Jan van Olmen zwaar geschonden is.
In dorso: ii malder uut Crystoffels huyss byden put.
Afschrift Cartularium, XIV (inv. nr. 2)
Jan van Olmen en Jan Abezoon, schepenen te Grave, oorkonden dat Jorden Engelen en Lysbet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Jacob Spaenrebeen en zijn erfgenamen 3 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Kerstmis, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Jutta, echtgenote van wijlen Fredericx Steenbeckers, en het erf van Jans van Rysen, grenzende aan het erf van Baert Arntszoon en aan de gemene straat.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen, waarvan het zegel van Jan van Olmen zwaar geschonden is.
In dorso: ii malder uut Crystoffels huyss byden put.
Afschrift Cartularium, XIV (inv. nr. 2)