Luyken Ridder en Jan van den Broick, schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob van Aken en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Goessen van den Griendt en Roloff Wemmerszoon, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 2 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2malder rogge per jaar, waaronder een schepenakte, betreffende 3 malder rogge per jaar, waarvan 1 malde rogge per jaar is gelost, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XV (inv. nr. 2)
Luyken Ridder en Jan van den Broick, schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob van Aken en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Goessen van den Griendt en Roloff Wemmerszoon, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 2 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2malder rogge per jaar, waaronder een schepenakte, betreffende 3 malder rogge per jaar, waarvan 1 malde rogge per jaar is gelost, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XV (inv. nr. 2)