Schepenen van Eersel oorkonden dat broeder Jan van der Pannen, ondermeester van het godshuis van Postel, een specificatie verzocht van de onderpanden in Eersel uit hoeve en goederen opte Boxheide in Eersel, waaruit een erfpacht van 8 mud rogge betaald moet worden aan het godshuis van Postel. Peter Witvens, Laureys Slaets en Willem Gielmans leggen getuigenissen af.
Schepenen van Someren oorkonden dat de voogden van de onmondige kinderen van Jan Denen en zijn vrouw Anne verkocht hebben aan Willem van der Hulst Ariaenssoen ten behoeve van Jan Dirck Ghielen een stuk beemd in Someren aent Eckerbroeck, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.
Peter, zoon van Jan Wautgers van Wetten, als echtgenoot van Geertruide, dochter van Maes Hanscoemekers, heeft overgedragen voor schepenen van Helmond aan Peter Art Michiels soen een erfpacht van 6 lopen rogge uit land geheten Bans Ecker en gelegen aan het eind van Bans Straetken en Bouts Patte daar.
Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder of bode op verzoek van de religieuzen van Postel de ingezetenen van Reusel voor de kanselier en Raad van Brabant te dagen, omdat ze weigeren de 20e penning te betalen aan het godshuis van Postel als grondheer over al het hout aan de openbare wegen dat ze verkopen aan niet-ingezetenen, zoals ze dat ook verplicht zijn voor moer die ze aan niet-ingezetenen verkopen. Gegeven te Brussel.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Aerdt Ian Loijen en zijn echtgenote Margriet schuldig zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van 4 lopen rogge uit een beemd te Casteren aan de openbare straat, zoals Postel deze pacht al eerder bezat.
Schepenen van Someren oorkonden dat Wouter Joost Wouterssoen en Willem Jan Brantssen, hun medeschepenen, gedaagd door Frans Schoncks Michielssoen, vorster te Someren, op verzoek van de voogden van de vier onmondigen kinderen van Jan Denen zijn vrouw Anne, verklaren dat het huis waarin Jan en Anna gestorven zijn in verval is en de lasten erop nauwelijks betaald kunnen worden, zodat het raadzaam is het te verkopen.
Schepenen van Someren oorkonden dat Mychiel Dyrck en zijn broer Jan, kinderen van Jacob Michiel Schonck soen, overgedragen hebben aan Mathys Michielen soen van den Eynde ten behoeve van heer Henrijck Jan Matheus soen van den Hout en heer Henrijck Vrimen, executeurs-testamentair van Gherijt van Eyck Rutgers soen, een beemd in Someren, ter plaatse geheten By Die Wansdonck, grenzend aan goed van het godshuis van Postel en Die Gemeyn Aa, hem aangekomen bij testament van heer Lucas Sconx.
Wilhelmus Veerle, prior, en het convent van Corsendonk oorkonden dat zij zich, wegens de vrome affectie jegens hen en hun klooster van wijlen meester Martinus de Zomeren, kanunnik van Sint-Jan-Evangelist te ’s-Hertogenbosch, verbinden tot het vieren van een jaargetijde met vigilie in de week voor Kerstmis.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Jan Ooms opgedragen heeft aan de provisor van het godshuis van Postel ten behoeve van dat godshuis een erfpacht van 1 mud rogge uit een bocht in Bergeijk, gelegen aan een openbare landweg en uit een stuk land in Bergeijk, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Wouter Loyen Loys soen en Bernaert Slaets, wonend in Casteren, schuldig zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van 4 lopen rogge uit een beemd, gelegen in Casteren, zoals Postel deze pacht al eerder bezat.