Vredegerechten

Comparant: De Heer Cornelis Rietman, ontvanger directe belastingen van Boekel, in Erp, kragtens procuratie aan en verleend door Cornelia van den Heuvel, weduwe Hendrik van Handel, boerin; door Jenneke van den Heuvel, weduwe van Joris Johan Biemans, boerin; door Hendrik Adriaan van Dijk in huwelijk met Maria Geert van den Heuvel, schoolonderwijzer; en Marten Geert van den Heuvel, bakker; allen in Erp onderhands gepasseerd op 27 juni 1817 ten burele in Sint-Oedenrode, waarna deurwaarder Arnold van Eupen dagvaardt: Hendrik Jacob van Handel, landbouwer in huwelijk hebbend Johanna van de Rijt; Arnold Dirkx, landbouwer in huwelijk hebbend Jenne Maria van de Rijt; Adriaan van de Rijt, landbouwer; Adriana van de Rijt, landbouwster; Peter Jan Delissen, landbouwer, als voogd over de minderjarige Maria van de Rijt, allen in Erp. Betreffende schifting, scheiding en deling van goederen als erfgenamen van wijlen Johanna van den Heuvel, competeerende erfhavelijke goederen nagelaten bij wijlen Hendrik van de Rijt en gemelde Johanna van den Heuvel in huwelijk gemeenschappelijk bezeten. Partijen komen tot overeenkomst.

Anthonie Verweegen, bouwman in Uden namens zijn huisvrouw Johanna Anthonie Adriaans, eiser. Laurens van Laanen, gehuwd met Petronella Antoni Adriaans en Jan Anthonie Adriaans, in Boekel, gedaagden. Gedaagden zouden moeten betalen 500 gulden uit scheiding en deling, gepasseerd voor schepenen van Boekel op 16 oktober 1801 en ook nog 36 gulden en 15 stuivers interest. Zij komen overeen als volgt: Laurens van Laanen stelt zichzelf als schuldenaar principaal voor de genoemde som geld en interest en machtigt Anthonie Verwegen zoveel van zijn eigendom te verkopen als nodig is om schuld en gemaakte kosten te betalen.

Johan Willem Smits, zonder beroep, in Oss, eiser. Jan Willem Smits, zijn oom, bouwman in Gemert had de administratie als voogd over hem.

Cornelis Janssen, bouwman in Boekel moet van Lourens van Dooren, bouwman in Gemert 156 hollandse guldens sins ontvangen wegens 8 jaren achterstallige interest ad 3 gulden en 5 stuivers pro cento van eene obligatie groot zeshonderd guldens gepasseerd voor schepenen van Boekel op 2 november 1781. De partijen zijn overeengekomen, dat Laurens van Dooren in het jaar 1816 vijftig gulden betaalt met Lichtmis en ieder volgend jaar vijftig gulden tot de interest ten volle bijbetaald is.