De poging tot verpanding van Veghel en Erp door de Spaanse koning was niet zo vreemd, als wordt beweerd. Immers, pas in 1648 behoren beide plaatsen met de vrede van Munster officieel tot de Republiek. Vóór die periode was het statuut van de Meierij van 's-Hertogenbosch uiterst onduidelijk. Sinds de verovering van Den Bosch in 1629 werd Den Bosch eisten zowel de Staten als de Spaanse koning de Meierij op. Uiteindelijk werd ze aan de Republiek toegewezen in 1648. Het in het overzicht beschreven voorval van de verpanding is dus juist een ontzettend goed voorbeeld van het 17e eeuwse politiek getouwtrek om de Meierij en het proberen te handhaven van vermeende rechten door zowel de Spaanse koning als de Staatsen.
Wat overigens interessant is, is de verpanding van zowel Veghel én Erp. De twee dorpen worden in oude stukken over de Meierij veelvuldig gezamenlijk aangeduid als Vegchel en Erp, wat de historische verbondenheid tussen deze plaatsen onderstreept. Deze verbondenheid ligt in de situatie, dat beide dorpen en heerlijkheden lange tijd in de hand van één heer verenigd waren: de heren van Erp, wonend op het kasteel Frisselstein te Veghel. Opvallend is dan ook, dat de historische situatie zich in 1994 met de gemeentelijke herindeling van Veghel en Erp tot één gemeente als het ware herhaalde.