Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In eerste instantie gaan mijn gedachten uit naar de bergmolen “De Twee Vrienden” aan de Oude Huijbergsebaan, die is opgericht door een Elst. Maar de oprichter van de bergmolen is Jacobus en die in de advertentie Cornelis. De twee hebben wel een familierelatie. Cornelis wordt geacht tegen Jacobus oom te zeggen. Cornelis en zijn vrouw wonen volgens het woonhuisregister 1920-1938 sedert 16 mei 1930 op het adres Antwerpschestraatweg 385. Daarvoor woont het echtpaar op of bij boerderij “de Kievit” en Cornelis wordt daarom de Kievit genoemd.
Maar waarom heeft Cornelis, de Kievit, een windmolen en dan nog voor een electrische installatie te koop? Had die geen functie meer?
Tegenover Cornelis woont aan de straatweg Sjef van Dongen op nummer 400. Toen de bekende schrijver A.M. de Jong tussen 1925 en 1930 aan dezelfde straatweg op nummer 414 woonde, werkte Sjef onder andere als stalknecht voor De Jong. Later werkt Sjef bij de gemeente Bergen op Zoom. De huizen van Cornelis en Sjef staan vanuit de stad ter hoogte van de bijna kruising Rembrandtstraat en de Langeweg.
Sjef schrijft ook een ”Dagboek oorlogsdagen october 1944”. Het dagboek betreft de periode van zondag 8 october 1944 tot en met dinsdag 17 october 1944. Dat is tijdens de periode van de Slag om Woensdrecht. Borgvliet wordt in die dagen flink gegeseld door het oorlogsgeweld. De bevolking die ten zuiden van de Rembrandtstraat en Langeweg woont is grotendeels gevlucht. De bevrijding is pas op 27 oktober 1944. Sjef is dan al opzichter bij de gemeente. In zijn dagboek noteert Sjef dat een Duitser aan zijn huisdeur om een schop vraagt. Zijn reactie is: “Ik antwoord dat ik baas ben van het Stadsbouamt en daarom geen schop nodig heb.”
Het dagboek kent ook een passage die een relatie heeft met Cornelis Elst. Sjef schrijft: “Dinsdag 17 oktober 1944 - Onder het middageten besluiten we om bij C. Elst aan de overkant te vragen of we nu dat afweergeschut zo kort bij onze schuilkelder staat bij hem mogen komen. Dit wordt direct door Elst goed gevonden.” Omdat het afweergeschut weer gaat verdwijnen en het wegens mist en regen te slecht vliegweer is, maakt Sjef geen gebruik van de kelder van Elst.
Nu we weten dat Cornelis Elst een schuilkelder heeft is het niet ondenkbeeldig dat hij ook een kleine windmolen heeft om zijn huis en de kelder te voorzien van elektriciteit voor licht en andere apparaten bij stroomuitval. In november/december 1944 is Zuid-Nederland bevrijd en het risico van stroomuitval niet meer aanwezig zal zijn, zal hij de molen in de verkoop hebben gedaan. Hoe de windmolen er uit zag is de vraag.
Misschien is de molen van Cornelis van het model waarvoor een advertentie in het Dagblad van Noord-Brabant stond op 16 november 1939 staat.