Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Mijn broertje, zusje en ik vinden het moeilijk te wennen aan het idee dat we niet meer terugkeren naar ons geboorteland Nieuw-Zeeland. We hebben net een verschrikkelijke winter achter de rug en - niet opgegroeid met het Hollandse klimaat - zijn we alle drie langdurig geveld geweest door de ene kinderziekte na de andere. Maar vandaag is het feest. We maken een uitje naar de speeltuin, de kasteelruïne en het landgoed van de baron. De verhalen van onze ouders over Nederhemert spreken enorm tot onze verbeelding.
Komend vanuit Haarsteeg nemen we de kortste weg: het Bernse Veer over de Maas bij Herpt. Het veer komt net de goede richting opvaren, het nadert de oever waar wij in een rij staan opgesteld. Vader rijdt ons piccolo piccolo autootje het dek op. Mijn geheugen schiet pijlen met flashbacks af. Water, boot, naar de overkant. Ik kijk belangstellend rond wat er gaat gebeuren.
Als de kabelpont is volgepakt met auto’s, fietsers en voetgangers start de schipper de motor en zet het veer zich langzaam in beweging. Dit is de eerste keer dat we weer varen sinds onze overtocht naar Nederland. We blijven in de auto zitten en dat gaat tegen mijn gevoel van logica in. Op een boot hang je rond op het dek of tuur je over de reling in het water.
Ik kijk door het autoraampje naar het water dat zich links en rechts van mij tot in de oneindigheid uitstrekt. Ik weet niets af van rivieren, zeeën, oceanen. Voor dat onderscheid ben ik nog te jong. Maar ik weet alles af van water, want daar ben ik wekenlang door omringd geweest. Er waren dagen geweest dat je alleen maar water zag en verder niets. Ja, een vliegende vis, maar die was al weer weg voordat je hem goed in beeld kreeg.
Een brandende vraag dringt zich aan mij op. Halverwege de oversteek van de Maas tik ik moeder op de schouder: ‘Mam, als we aankomen, zijn we dan terug in Nieuw-Zeeland?’ Moeder begint hard te lachen. Vader die alles altijd pas na een tweede, aangepaste versie snapt, barst, nadat moeder mijn vraag voor hem herhaald heeft, ook uit in een lachsalvo.
Ik voel me gekrenkt. Waarom kan mijn lievelingswens niet uitkomen? ‘Vijf weken,’ zegt moeder, ‘de oversteek van Nieuw-Zeeland naar Nederland duurde vijf weken.’ Ik begrijp mijn misser, maar wil er toch niet aan. Graag zou ik het uitje naar de speeltuin willen inruilen voor de lange reis terug naar huis.
‘We zijn er,’ roept vader, ‘aan de overkant, in Gelderland.’ Dus toch in een ander land, maar niet in dat van ons...