
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op z’n brommertje rijdt de jonge Cor dagelijks vanuit Rosmalen naar de school aan de Vlijmenseweg. “We schrijven het jaar 1963 [het jaar van de zwaarste Elfstedentocht ooit] dus reken maar dat het op een winterdag behoorlijk koud kon zijn.” Hoeveel leerlingen er naar de school kwamen, was iedere dag weer afwachten. “Voor de groep ‘grote jongens’ moesten dat er zestien zijn, maar meestal begon ik met een man of drie, vier. Als het goed weer was, werden het er wel steeds meer. Zeker na de middagpauze want dan gingen we vaak voetballen en dat wilden de meesten niet missen,” vertelt Swanenberg met een lach. De brommer van de jonge Cor stond overigens wel achter slot en grendel want anders was de kans aanwezig dat er essentiële onderdelen ontbraken als hij weer naar huis wilde rijden.
“Het was voor veel jongens vanzelfsprekend dat ze een deel van de lessen misten. Omdat ze de 'burries' moesten schilderen – van die balken die aan een kar zaten – of omdat ze kievitseieren aan het zoeken waren. Dat waren voor hen heel plausibele redenen om niet naar school te komen. Dat vond ik wel lastig want als je dan een jongen had die in de klas goed meekwam, dan kon die zomaar weer weken wegblijven omdat er iets geplukt moest worden in het Westland. Om maar iets te noemen.”
"Officieel was er een kaartensysteem waarop te zien moest zijn hoe ver de leerling in een bepaald vak gevorderd was, maar die kaarten waren vaak zoek of niet bijgewerkt. Mijn voorganger was in overspannen toestand vertrokken en de zaken waren op mijn nieuwe school zeker niet op orde. Ik deed mijn best, maar het demotiveerde wel, wanneer een leerling vorderingen maakte en dan spoorslags vertrok zonder taal of teken vooraf."
De drang van Cor Swanenberg om voor de klas te gaan staan, komt voort uit zijn jeugd. Zelf komt hij uit een boerengezin met ‘n klein boerderijtje, op de plek waar nu de Binckhorst staat. “Alleen maar klapzand daar. Het was moeilijk om je hoofd boven water te houden dus het betekende hard werken voor iedereen. Als ik ’s ochtends als manneke naar school ging, was ik de enige van mijn klas die al om half vijf de koeien had gemolken. Alle drie,” voegt hij er grinnikend toe. Zijn gedrevenheid om leraar te worden, komt vooral voort uit het feit dat hij niet op de boerderij wil blijven werken. “En ik leerde graag dus lag meester worden voor de hand.”
Nog voordat we teruggaan naar de Vlijmenseweg om een foto te maken, haalt Swanenberg herinneringen op aan enkele oud-leerlingen. Waaronder Kobus Schmidt, de oud-bokser. Eenmaal op de plek waar hij ooit zijn carrière als onderwijzer begon, doet nog weinig herinneren aan de tijd van toen. De woonwagens hebben plaatsgemaakt voor mooie huizen, de kliko’s keurig op een rijtje. De school is verdwenen, net zoals het kerkje dat er vlakbij stond. Alles lijkt veranderd. Totdat er opeens een bekend gezicht opduikt naast één van de huizen: oud-leerling Kobus Schmidt komt zijn oude meester de hand schudden.
Bij de koffie komen de verhalen los over de tijd in de jaren zestig, toen het inderdaad vanzelfsprekend was dat het werk vóór de school kwam. “Dat zei je vader dus dan deed je dat”, beaamt Kobus. Hij vertelt verder over zijn bokswedstrijden, ook nog in de DDR, en over het kerkje dat uiteindelijk het sportcentrum van Kobus werd.
“Dat hebben ze gesloopt met 100 man ME, honden erbij en alles. Wat vindt u daar nou van, meester?” Ze mogen elkaar dan meer dan vijftig jaar niet hebben gezien, die halve eeuw is binnen een minuut beslecht.
Lees meer verhalen van Bekende Brabanders
Lees meer over: