Verschillende monumenten herinneren aan de 15e-eeuwse regeringsperiode van de graven Engelbrecht I van Nassau, zijn zoon en opvolger Jan IV van Nassau en zijn kleinzoon Engelbrecht II van Nassau. Eerst terug naar Engelbrecht de Eerste want hij geeft in 1410 opdracht tot de bouw en mag daardoor worden gezien als de vader van de kerk. Na zijn mandaat wordt als eerste begonnen met de bouw van het koor (dat er nu nog steeds is) en door de jaren heen volgen het schip, kapellen en de toren. Die toren – van 97 meter hoog – wordt in 1509 voltooid door graaf Hendrik III van
Nassau. En die Hendrik, die komen we nog vaker tegen.
Grootste bloei
Want in de eerste helft van de 16e eeuw beleeft de Grote Kerk haar grootste bloei. Deze graaf Hendrik III van Nassau, Heer van Breda, krijgt een belangrijke rol aan het hof van Keizer Karel V. Zijn zoon René van Chalon, Prins van Oranje en Heer van Breda, overlijdt jong en verdwijnt daarom snel uit de boeken. Maar zijn neef Prins Willem I van Oranje, aan wie René zijn bezittingen nalaat, zien we daarentegen vaker terug.
Het is Hendrik die de de opdracht geeft om een nieuwe kapel te bouwen, de huidige Prinsenkapel. Met prachtige grafmonumenten voor zijn oom Engelbrecht en zijn tante Cimburga. De kapel wordt hiermee een mausoleum van de voorvaderen van de koninklijke familie.
|
|
|
Het heeft trouwens weinig gescheeld of het paalgraf had in het Louvre gestaan. Napoleon laat z'n oog laten vallen op dit indrukwekkend stuk beeldhouwwerk. Hij laat het demonteren, en wil het naar Parijs laten overbrengen. Op het nipperrtje weet Willem I daar een stokje voor te steken, en in 1814 wordt het kunstwerk teruggeplaatst in Breda.
|
De strijd om wat nu de échte kerk is – katholiek of protestant – leidt in 1566 tot de beeldenstorm. Heiligenbeelden worden massaal vernield door protestanten en ook de Grote Kerk ontkomt niet aan deze protestantse woede. Maar een grote vernieling blijft hier uit. Dat komt doordat Willem van Oranje – jarenlang bewoner van het kasteel van Breda – naar de Grote Kerk gaat. In de Prinsenkapel is in die tijd dan zelfs een apart altaar voor de familie, en een eigen toegang die rechtstreeks uitkomt bij het kasteel. Na 1566 wordt met de Grote Kerk meerdere malen stuivertje gewisseld.
Om beurten
Katholieken en protestanten hebben de kerk om beurten in handen. Tot 1637; dan is het definitief aan de protestanten en verdwijnt bijna alles wat aan de katholieke tijd herinnerd. Grafmonumenten en gewelfschilderingen blijven bewaard. Inmiddels heeft de Grote Kerk een veel bredere functie en kun je er niet alleen trouwen maar ook congressen houden, vergaderen of borrrelen. En de toren beklimmen voor een fascinerend uitzicht over de stad.
Weet je dat het eerste baantje van NOS-sportverslaggever Joep Schreuder in de Grote Kerk van Breda was?
Lees hier het verhaal van Joep Schreuder