Op 10 maart verlaat de zestienjarige jongen heimelijk de hoeve waar hij werkt en woont. “Zonder dat iemand wist waar hij naar toe was gegaan, en zonder eenig spoor van hem te ontdekken”, lezen we in de krant. Kennelijk is het algemeen bekend dat de jongen het zwaar heeft in zijn leven want “ieder verkeerde in de meening dat hij zich in de nieuwe wetering aldaar zou hebben verdronken.”
Vijf dagen lang zoeken boeren uit Kaathoven naar de jonge dienstknecht. “Er werd gezocht en gevischt , doch zonder resultaat.” Maar dan wordt het hondje van de jongen aangetroffen en die zet de hulptroepen op een nieuw spoor. De zesde dag wordt de zoektocht dan ook grootscheepser aangepakt. Met maar liefst zeventig boeren uit de wijde omgeving doorzoeken “den geheelen omtrek weder.”
Van honger en koude uitgeput
Die dag wordt de dienstknecht aangetroffen. “In het Wolvenbosch, te Heeswijksch-Vinkel, onder een boom, op eene legerstede van bladeren en heide, in een deerniswaardigen toestand; zijnde hij van honger en koude uitgeput en zijne beenen reeds gevoelloos. Hij werd door zijn vroegeren baas, den op Kaathoven wonenden landbouwer Timmers, in diens huis opgenomen en liefderijk verzorgd, zoodat men door eene langzame en voorzigtige voeding hem in het leven hoopt te behouden”, beschrijft de journalist van de Graafsche Courant.
Even verder lezen we in de krant: “Volgens zijne verklaring heeft hij uit vrees dat hij een stand zou krijgen de hoeve verlaten en zich toen, met het doel zich te laten doodhongeren naar het bosch begeven waar hij, volgens zijne verklaring, twee dagen later wel zou gestorven zijn.”
Wil je weten wat de band is van actrice Maartje van de Wetering met deze contreien Vinkel-Kaathoven-Heeswijk?
Lees hier het verhaal van Maartje van de Wetering