Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Vanwege de slechte drinkwaterkwaliteit in de steden was bier niet alleen smakelijker, maar ook gezonder, aangezien voor het oplossen van de moutsuikers en het maken van het beslag kokend water werd gebruikt. Ook het wort werd voor de gisting gekookt met kruiden of hop. Ten slotte heeft alcohol een conserverende werking. De beste vestigingsplekken voor brouwerijen waren dus die, waar goed water beschikbaar was, of juist die waar het water te slecht was om te drinken. In het laatste geval was je tenminste verzekerd van afzet.
In de 18e eeuw verdrongen koffie en thee landelijk het gebruik van bier, dat bovendien duurder werd als gevolg van stijgende graanprijzen. Daardoor daalde het aantal brouwerijen. Zo waren er in 1748 in Holland nog ruim 100 brouwerijen met in totaal meer dan 1.200 vaste knechts. In 1786 waren er daar nog maar 57 van over. In Brabant handhaafden de brouwerijen zich redelijk. Elk dorp had nog lang zijn eigen brouwerij. In 1819 waren er in Noord-Brabant nog zo’n 240 brouwerijen actief.
Maar technische verandering in het brouwproces, onder andere als gevolg van de ontdekking van het pasteuriseren, vereisten hogere investeringen. Dat leidde een gestaag proces in van opheffing, overnames en schaalvergroting binnen de bierindustrie. In 1858 waren er in heel Nederland ongeveer 200 steden en dorpen met een of meer brouwerijen. Meer dan de helft daarvan lag in Noord-Brabant.
Het verdwijnen van de kleine, lokale brouwerij werd nog versterkt door strengere wetgeving over de hygiëne in brouwerijen in 1920. Tot dan hadden eenvoudige brouwerijen de smaak van verzurend bier nog kunnen camoufleren door toevoeging van sucrose. Toen dat niet meer kon, moest alleen al in datzelfde jaar een kwart van de Nederlandse kleine brouwerijen sluiten, ook in Noord-Brabant.
De paar kleine brouwerijen die de crisistijd doorstonden, maakten daarna nog een korte opleving mee. Ze gingen ook limonade maken en bewogen zich voorzichtig op het terrein van de drankhandel. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor de uiteindelijke neergang. Een van de laatste locale brouwerijen die dichtging, was Brouwerij Cevelum in Cuijk, in 1960.
In 1967 waren er in geheel Noord-Brabant nog maar negen brouwerijen over (in Breda, Vlijmen, Tilburg, Den Bosch, Berlicum, Oirschot, Lieshout, Dommelen en Budel). Kort daarna moesten opnieuw drie brouwerijen de poorten sluiten: in 1968 Stoombierbrouwerij Het Hert uit Vlijmen (actief sinds 1862); in 1969 Godschalx Brouwerij uit Berlicum (begonnen rond 1830); en in 1973 Brouwerij De Drie Hoefijzers uit Breda (al sinds 1538).
Zo eindigde het laatste kwart van de twintigste eeuw met nog maar vijf grote brouwerijen in Noord-Brabant: Brouwerij De Kroon uit Oirschot, Bavaria uit Lieshout, Dommelsch Bier uit Dommelen, Budelse Brouwerij (v/h De Hoop) uit Budel; en Bierbrouwerij De Koningshoeven B.V. uit Berkel-Enschot. Daarnaast had de landelijke brouwer Heineken eind 1958 nog een moderne brouwerij in ‘s-Hertogenbosch geopend, vooral vanwege de uitzonderlijke kwaliteit van het Brabantse grondwater.