Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Er werden toen namelijk 15 mogelijk Romeinse urnen of vaasjes in de buurt gevonden. Oorspronkelijk heette deze boerderij echter De Oostermeer.
Vóór 1749 behoorde De Oostermeer tot de bezittingen van het hoogadelijk huis Heumen. In 1749 werd de hoeve verkocht aan Hendrik Martens voor f. 7.342,-. Martens was in 1725 gehuwd met Maria Cruijssen. Op het moment van koop pachtte Hendrik Martens de boerderij al voor f. 200,- per jaar en twee lammeren.
De hoeve gaat over op hun zoon Peter Hendriks, in 1751 gehuwd met Gertruda Peters. Deze laatste verkoopt in 1784 namens haar kinderen 7/8 deel aan haar dochter Adriana Peters.
Adriana was in 1777 in het huwelijk getreden met landbouwer en later burgemeester Ruth Kuijpers. Zij hadden het resterende 1/8 deel al in bezit. Op haar beurt erft dochter Agnes Peternel Kuijpers, in 1813 gehuwd met Willem Peters Lange, de boerderij in 1845.
Later wonen de vijf ongetrouwde kinderen van Willem en Agnes er. In 1901 doen ze de hele boel over aan hun nicht Agnes Lange, gehuwd met Martien Bardoel. Diens zoon Herman neemt de boerderij over, tot het geheel in 1971 uiteindelijk bewoond gaat worden door medewerkers van de firma Smals.
Achter de monumentale boerderij lag een omgrachte tuin en boomgaard (respectievelijk nr. 138 en nr. 137 op de kadastrale kaart B 01 anno 1830). Volgens de kadastrale legger was de tuin 12 roeden en 30 ellen groot. In 1967 werd het geheel geëgaliseerd over een hoogte van 2 meter en werd de gracht gedicht. Naar aanleiding daarvan hief Herman Martens in De Echo een treurzang aan over het teloorgaan van dit idyllische stukje Linden.
Het was een broedplaats voor watervogels en andere vogelsoorten. Martens herinnert zich de goed onderhouden boomgaard, de tot in de puntjes verzorgde tuin binnen de gracht, afgesloten met een grote ijzeren poort, en de brandschone gracht, waarin een 40-tal eenden zwommen. In de winter werd er geschaatst.
Bij de afgraving kwamen broekstenen funderingen, gemetselde mergelstenen en muurresten van zo’n 20 x 18 meter groot te voorschijn. Het grotendeels ongeschonden keldergewelf was geheel uit mergelstenen opgetrokken. Martens vermoedde restanten van een jachthuis van de Heren van Cuijk. De gevonden scherven van keukengerief wijzen naar de vroege en latere middeleeuwen.
Het is aan de bewoner van de Romein Ruth Kuijpers, die rond 1810 burgemeester was, te danken dat het oude St. Lambertuskerkje in Linden er nog steeds staat. Hij dwong pastoor Petrus de la Roche de oude kerk, die rond 1800 in zeer vervallen toestand aan de katholieken was teruggegeven, weer te herstellen.
Meer over boerderij en bewoners staat in het boek Linden Groot en Klein uit 2000.
Het graf van Willem Lange (†1847) en zijn vrouw Agnes Kuijpers (†1872) vind je nog steeds achter de kerk. In de kerk zelf zijn de glas-in-loodramen te bewonderen, die drie van hun kinderen in 1887 aan de kerk geschonken hebben. Een van die kinderen, Jan Lange, was in 1896 voorzitter van de plaatselijke Boerenbond en als zodanig een van de stemmannen van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB).