skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Brand en explosies op de Papenbril

De Enschedese vuurwerkramp van 13 mei 2000 staat in het collectieve geheugen van onze generatie gegrift. Met eenzelfde gevoel van huivering zal een zeventiende-eeuwse Nederlander aan de zogenaamde ‘Delftse Donderslag’ van 1654 hebben gedacht, waarbij zo’n 500 huizen werden verwoest en minstens 100 doden te betreuren waren.

De ravage na de Delftse vuurwerkramp, tekening door Gerbrand van den Eeckhout. Bron: Wikimedia CommonsOf wat te denken van de Leidse buskruitramp van 1807: 220 woningen verwoest, 151 doden en ruim 2000 gewonden.

De stad ’s-Hertogenbosch, eeuwenlang een belangrijke schakel in de verdediging van de zuidgrens van de Republiek en het Koninkrijk, is een dergelijke ramp gelukkig bespaard gebleven. En dat is zeker niet vanzelfsprekend: in de diverse militaire werken in en rond de stad waren vaak grote hoeveelheden buskruit en munitie opgeslagen en een ongeluk zat in een klein hoekje. En dergelijke ongelukken hebben zich ook voorgedaan, maar gelukkig zonder echt catastrofale gevolgen.

Papenbril

Over een tweetal van die incidenten in het fort Willem Maria, in de volksmond indertijd Papenbril genoemd en tegenwoordig bekend als de Citadel, het onderkomen van het Brabants Historisch Informatie Centrum, gaat deze bijdrage. We spreken over het midden van de achttiende eeuw, de tijd van de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), een periode van felle strijd in de Zuidelijke Nederlanden, waarbij de zuidgrens van de Republiek ernstig werd bedreigd door de Fransen. Een tijd van militaire hoogspanning en koortsachtige activiteit in de grote militaire bolwerken, waaronder ook ’s-Hertogenbosch.

De Bossche geschiedschrijver Johan Hendrik van Heurn (1716-1793) vermeldt in het jaar 1747 onder het kopje “Brand in den Papenbril” het volgende:

Kort samengevat: er ontstond brand tijdens werkzaamheden, die leidde tot een explosie van daar opgeslagen kruit, waarbij de pannen van het gebouw vielen en drie militairen gewond raakten. Door de goede 'schikkingen' (veiligheidsmaatregelen) die waren getroffen, breidde de brand zich gelukkig niet uit en bleef het bij een beperkte calamiteit met slechts enkele gewonden.

Instructietekening uit Handleiding voor onderofficieren, 1833Bij een incident twee jaar daarvoor waren wel mensenlevens te betreuren geweest. Deze brand heeft niet de kronieken en geschiedwerken gehaald, maar uit de resoluties van de Raad van State, die onder andere verantwoordelijk was voor het Staatse Leger, kunnen we niettemin opmaken wat er is voorgevallen: op 13 mei 1745 was “in het laboratorium op de citadelle, genaamt den papenbril een felle brand ontstaan bij het slaan van een buijs.” Van een explosie wordt geen melding gemaakt, wel van de dood van twee militairen en de verwonding van nog twee onderluitenants, vijf bombardiers en twee kanonniers. Een van de slachtoffers wordt met name genoemd: onderluitenant Van der Veen, die “sodanig gebrant is”, dat hij korte tijd later aan zijn verwondingen is bezweken.

Het slaan van een buis

Wat was er nu precies gebeurd? Wat wordt er bedoeld met het slaan van een buis? Het gaat hier om de vervaardiging van bom- of granaatbuizen, ontstekingsmechanismen voor bommen of granaten. Een Handleiding voor onderofficieren, tot de kennis der theoretische en practische wetenschappen der artilerie uit 1833 legt uit: “de buizen worden vervaardigd uit gekloofde stukken esschenhout […] die in de strekking der lengte met een rond gat doorboord zijn hetwelk met eene brandbare sas gevuld wordt om daarmede de lading der bommen of granaten aan te steken." Met sas wordt in dit verband een snel verbrandend, al dan niet ontplofbaar mengsel bedoeld, dat wordt gebruikt voor de ontsteking van bommen of granaten. Drie modellen van granaatbuizen, ca. 1850-1860, Collectie Rijksmuseum AmsterdamHet vullen van een dergelijke buis ging als volgt: een schepje sas, aandrukken met een stamper, zeven maal drie slagen op de knop van de stamper, en dan weer een schepje sas enzovoort, totdat de buis vrijwel vol was.

Onderluitenant Van der Veen moet bij het slaan op de stamper een vonk hebben veroorzaakt waardoor de sas in brand is gevlogen, een brand die zich snel uitbreidde met fatale gevolgen voor Van der Veen en een van zijn collega’s.

Meindert Timanus van der Veen

Wie was deze onderluitenant Van der Veen? Het begraafregister van de Grote Kerk (zoals de Sint-Jan in die tijd werd genoemd) biedt uitkomst: we lezen hier dat op 15 mei 1745 de heer Meijndert Thimen van der Veen in de kerk werd begraven.

Meijndert Timanus van der Veen werd op 29 maart 1719 in de Nederduits Gereformeerde Kerk in Bergen op Zoom gedoopt als zoon van Hendrick van der Veen en Jobina van Daelen. Zijn vader, afkomstig uit Deventer, was als luitenant onder het regiment artillerie van kolonel Verschuer in Bergen op Zoom gelegerd en aldaar op 18 april 1718 getrouwd met Jobina van Daelen uit die stad.

Meindert Timanus koos net als zijn vader voor een militaire loopbaan. We vinden hem in 1744 terug in de vesting Coevorden, waar hij op 22 april in het huwelijk trad met Margrieta Erustijna Turk, en waar op 7 maart 1745 hun dochter Johanna Bartijna Hendriena te doop werd gehouden. Kort daarop is hij met zijn compagnie artillerie onder majoor Jan Christoffel Voester naar ’s-Hertogenbosch verhuisd. En daar is hij, nauwelijks 26 jaar oud, in de uitoefening van zijn functie op 13 mei 1745 omgekomen.

Hoewel het beheer en de vervaardiging van buskruit, explosieven etc. in de Bossche militaire gebouwen duidelijk niet altijd vlekkeloos verliep, heeft dit nooit tot grote rampen geleid. De veiligheidsmaatregelen – de ‘goede schikkingen’ zoals Van Heurn het noemde - waren blijkbaar voldoende om catastrofes te vermijden. Dit neemt niet weg dat het werken met buskruit steeds riskant bleef, zoals Meindert Timanus van der Veen in 1745 met fatale afloop heeft ondervonden.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen