Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hooguit wordt een enkeling getriggerd door de naam van een straat die hij zojuist passeerde: de Kapelsingel, genoemd naar een kapel die er allang niet meer staat. Ooit vormde deze Antoniuskapel het hart van het gehucht Schaijk of Schadewijk, halverwege tussen Oss en Berghem. Begin negentiende eeuw stonden hier enkele tientallen grotendeels met stro gedekte arbeiderswoningen.
Op donderdag 19 mei 1831 waait het hard in Osserschaijk. Rond een uur ’s middags loopt een jongen tussen de huizen door, in zijn hand een klomp met daarin stukjes gloeiende houtskool. Even tevoren is hij met de klomp naar de buren gestuurd om vuur te halen.
Plotseling een hevige windvlaag en een regen van vonken! Enkele belanden in het strooien dak van Antonie Wijnen en vrijwel onmiddellijk vat de boel vlam. Vijf kwartier later staan maar liefst 23 woningen in lichterlaaie. De brandweer, uitgerukt met drie spuiten (twee uit Oss en een uit Berghem), kan helaas weinig meer uitrichten.
Ronduit dramatisch is wat bewoner Willem Boeijen overkomt. Die is druk bezig een kind van zijn buren uit hun brandende huis te redden, terwijl de vlammen al overslaan naar zijn eigen woning. Daar zijn op dat moment zijn 14-jarige zoon en nog twee kinderen. Wanneer Boeijen weer buiten komt met het buurkind, is het te laat om de kinderen in zijn eigen huis nog te redden. Ook ruim 50 koeien en kalveren komen om. De totale schade bedraagt zo’n 30.000 gulden, vergelijkbaar met 3 miljoen gulden in 2017. De verzekering dekt 7.800 gulden aan brandschade, zodat achttien gezinnen alles kwijt zijn.
Helaas kent Nederland in 1831 geen Rampenfonds waaruit in dit soort gevallen kan worden geput. Wel wordt provinciaal en landelijk gecollecteerd voor de getroffen gezinnen in Osserschaijk. Binnen enkele weken komen van alle kanten geld en goederen binnen. Een commissie onder leiding van de Osse burgemeester De Knokke van der Meulen, met daarin onder anderen de pastoor en de dominee, ziet toe op de besteding van de giften.
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad