
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In de nacht van 23 op 24 juli steeg om 01.11 uur de Short Stirling, nummer W7580 van vliegveld Lakenheath in Engeland op, met als doel het bombarderen van de Duitse stad Duisburg. Het toestel vloog, met 214 andere bommenwerpers, via Leiden en Gorinchem naar Duisburg, een stad met veel chemische, staal- en metaalindustrie.
Omdat er mist hing boven de stad, was het handig dat de eerste vliegtuigen door middel van fakkels het doel hadden gemarkeerd. De bommen werden gedropt en deden hun uitwerking: 65 mensen kwamen hierdoor die nacht om het leven. Daarnaast werden 14 mensen ernstig en 98 mensen licht gewond. De materiële schade was enorm: 55 huizen werden totaal vernietigd, 181 zwaar en 1.517 licht beschadigd. Ook andere gebouwen, zoals fabrieken, pakhuizen, kantoren en ziekenhuizen werden vernietigd of ernstig beschadigd.
Bevrijd van zijn bommenlast stak de W7580 in de buurt van Nijmegen de (voormalige) Nederlandse grens over. Het toestel was op dat moment al op de radar in Venlo verschenen. Heinz Oloff en zijn collega’s stegen op om de vijandelijke toestellen op hun terugweg te onderscheppen. Boven het zuidwesten van Oss vond, om 3.25 uur, een kort luchtgevecht plaats, waarbij de W7580 in brand vloog en snel hoogte verloor.
Het vliegtuig koerste in de donkere nacht op Geffen af. Daar werden de inwoners door het gierende lawaai en het felle licht van het brandende toestel opgeschrikt uit hun slaap. Niet wetende waar het toestel uiteindelijk zou neerkomen, hielden de meeste Geffenaren hun hart vast, hopende en biddende dat het niet op hun huis zou neerkomen….
Of de piloot nog wat huizen heeft weten te ontwijken, is niet geheel duidelijk. De bemanning van de Lucht Beschermingsdienst op een uitkijktoren in Oss noteert dat ze de indruk krijgt dat één of meerdere personen het
toestel met een parachute wilden verlaten voordat het in brand vloog…..Kort voor 3.30 uur stort het toestel neer, 20 meter over de Rijksweg, precies tussen de huizen van Has van den Hanenberg, Jans Huismans en Jan van de Veerdonk in. Wonder boven wonder vielen onder de burgerbevolking geen dodelijke slachtoffers.
![]() |
![]() |
![]() |
Voor de bemanning van het vliegtuig was er geen mogelijkheid tot ontsnapping. Niet geheel duidelijk is of het vliegtuig in zijn geheel neerstortte of boven de grond explodeerde. De ravage was in ieder geval enorm; her en der lagen brandende brokstukken en menselijke resten. Vrijwel direct trokken vele Geffenaren erop uit om te onderzoeken waar het vliegtuig was neergekomen. Gelukkig was de Geffense marechaussee snel ter plaatse om de locatie af te schermen.
Door de grote hitteontwikkeling was het levensgevaarlijk om de plaats van de crash te naderen. Omdat er ook wat parachutes rondom het vliegtuig lagen, deed al snel het gerucht de ronde, dat één of enkele leden van de bemanning het er levend af zou hebben gebracht. Nadat de brand gedoofd was, dacht men vijf slachtoffers waar te nemen, gezien de menselijke resten rondom en in het verkoolde vliegtuig.
![]() |
![]() |
![]() |
Om 5.00 uur arriveerden leden van de Duitse Wehrmacht die de bewaking van de marechaussees overnamen. De W7580 was één van de zeven Engelse toestellen die in die nacht werden neergehaald. Hoewel Oloff menig keer gevechtsvluchten vloog, was de Stirling bij Geffen zijn eerste luchtoverwinning die hij boekte met zijn vaste Bordfunker (boordmarconist) Obergefreiter Schaffer. De volgende dag kreeg Oloff het Eiserne Kreuz II voor deze luchtoverwinning.
In de dagen na de crash werden de menselijke resten van de Engelse bemanningsleden in vier doodskisten verzameld en overgebracht naar de pastorietuin in Uden. In de herfst van 1946 werden ze herbegraven in een gezamenlijk graf (4.I.10-13) te Uden.