
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hij werd op 17 maart 1714 in Escharen gedoopt onder de namen Johannes Hendriksz, en trad in mei 1741 in het huwelijk met Maria Mattheussen. Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren van wie er vier de volwassen leeftijd bereikten: een dochter en drie zoons. Echtgenote Maria moet in of rond 1769 zijn overleden. Misschien in verband hiermee trad Jan als schout terug en fungeerde enige tijd als substituut schout. Hij was niet onbemiddeld. We komen hem herhaaldelijk tegen bij aan- en verkopen en ook het verstrekken van leningen.
Na zijn overlijden verschenen zijn erfgenamen vier maal voor de schepenbank voor de afwikkeling van zijn nalatenschap. Zijn zoon Peter nam in 1789 enige tijd de functie van schout over. Deze Peter (Petrus), gedoopt op 16 juli 1752 te Escharen, overleed op 10 maart 1848 te Gassel, op de hoge leeftijd van 95 jaar. Hij was twee maal gehuwd geweest: een eerste maal met Anna Maria Willemsdochter van den Heuvel (1750-1783) en een tweede maal met Maria Willems (1750-1824). Hij was jarenlang lid van het college van commissarissen van het land van Cuijk, Grave, Beugen en Rijckevoort en trad ook op als president van de schepenbank. Hij wordt in 1813 aangeduid als ‘rentenier wonende in Gassel’, en elders ook als ‘particulier’. Een invloedrijk en vermogend man dus.
Twee van zijn zoons: Antoon en Marten werden burgemeester van Gassel, respectievelijk van 1812 tot 1838 en van 1851 tot 1866. Marten combineerde deze functie met die van Escharen. Antoon, zoon uit het eerste huwelijk van Peter, gedoopt op 23 juni 1776 te Escharen en overleden op 15 februari 1838, trouwde op 21 april 1799 te Beers met Maria van den Heuij (1773-1843). Marten (Martinus), zoon uit het tweede huwelijk van Peter gedoopt op 10 augustus 1794 te Gassel en aldaar overleden op 27 oktober 1866, huwde op 12 mei 1820 te Gassel met Maria Agatha Goossens (1798-1875). Als jongeman trad hij rond 1807-1808 op als klerk van het college van commissarissen waar zijn vader de toon aangaf.
Daar zal hij de eerste stappen naar een bestuursfunctie hebben gezet. Hij bouwde ook vermogen op, zodat hij zich in 1858 de aankoop van een woning voor de som van f. 3520 kon veroorloven. Uit zijn huwelijk stamden negen kinderen, onder wie Antonius Johannes. Deze Antonius Johannes, geboren 14.4.1833, was de derde Poos die in Gassel het ambt van burgemeester bekleedde. Hij volgde in 1866 zijn vader op en fungeerde in deze functie ruim 25 jaar tot zijn overlijden in 1892. In Escharen traden in de negentiende eeuw uit de familie Poos als burgemeester naar voren: Mathijs (1811-1851), bovengenoemde Marten (1851-1866) en Hendrik (1866-1870). Mathijs en Hendrik waren respectievelijk zoon en kleinzoon van Hendrik.
Deze (groot)vader Hendrik, gedoopt op 26 juli 1748 te Escharen en gehuwd met Hermina Thijssen (1745-1821) komen we tussen 1794 en 1787 enkele malen tegen als substituut schout en als schepen. Hij moet overleden zijn vóór 1802. Toen zijn weduwe Hermina Thijssen in 1803 aanstalten maakte een tweede huwelijk aan te gaan, sloot zij in overleg met de familie een huwelijkscontract om de belangen van haar kinderen te beschermen. In 1817 deed zij met instemming van de overige kinderen een schenking aan Mathijs, de burgemeester, bestaande uit een huis, bakhuis, moeshof en bouwland met een geschatte waarde van f. 1800. Mathijs (Matheus,) gedoopt op 30 augustus 1782 te Escharen, huwde Maria Anna de Groot, overleden op 11 februari 1857 te Escharen, uit welk huwelijk acht kinderen waaronder een tweeling werden geboren.
Een van de kinderen, Gijsbertus (geboren 15.4.1812), trad in 1834 toe tot de geestelijke stand. In 1820 werd Escharen door een overstroming van de Maas geteisterd. De bewoners moesten op de daken van hun woningen klimmen en zagen veel vee verdrinken. De burgemeester en zijn naaste medewerker zochten met hun gezin hun toevlucht bij Huis De Alendonk, het hoogste punt van de omgeving. Daar bevonden zich inmiddels al vijftig andere mensen met hun vee. Vandaar zal burgemeester Poos leiding hebben gegeven aan de eerste opvang van de ramp. In rustiger tijden bood hij in zijn herberg gastvrijheid aan gemeenteleden voor het afsluiten van transacties.
Hij fungeerde ook nogal eens als geldschieter. In 1844 kocht hij een huis voor f. 1620. De derde burgemeester Poos van Escharen, Hendrik (Henricus), was een neef (oomzegger) van de vorige. Hij was gedoopt op 22 maart 1808 te Gassel en had voorafgaande aan het burgemeestersambt al een aantal jaren de functie van gemeentesecretaris uitgeoefend.
Zijn vader (broer dus van burgemeester Mathijs) was Jean (Johannes, gedoopt op 1 februari 1775 te Escharen en aldaar overleden op 19 februari 1829), gehuwd met Gertrude Kistemakers 1779-1861. De weduwe Kistemakers tekende in 1834 een schuldbekentenis van f 2.000. Hendrik, die ook optrad als gevolmachtigde van het Armbestuur, huwde op 21 februari 1843 met Johanna Cuppen en overleed op 13 februari 1870 te Escharen. Johanna Cuppen moet een vrome vrouw zijn geweest. Zij legateerde bij akte van 1 december 1861 f. 200 aan de armen van Escharen; al haar gouden en zilveren lijfsieraden aan het Lieve Vrouwenbeeld in de RK kerk van Escharen; f. 200,- aan de RK kerk van Escharen en het vruchtgebruik van haar nalatenschap aan haar man.
Na het overlijden van haar man, verkocht zij in 1875 een woning voor f. 2100. Maar het was niet allemaal goud dat er blonk: een jongere broer van burgemeester Hendrik: Martinus, geboren 31 mei 1818 te Escharen, werd wegens kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg op 20 maart 1883 (hij was toen 64) door de rechtbank te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot tien dagen gevangenisstraf die hij tussen 18 en 28 april van dat jaar uitzat.
Als beroep gaf hij op 'molenaar'. Dit strookt met een opgave enkele maanden eerder, gedaan in januari 1883, bij de afwikkeling van de nalatenschap na het overlijden van boven genoemde Johanna Cuppen. Er zal toch geen verband zijn geweest tussen deze verdeling en zijn dronkenschap?
Martinus tekende de papieren van de gevangenisautoriteiten waaruit we mogen afleiden dat hij onderwijs had gevolgd. Nog geen drie maanden later werd hij opnieuw voor dronkenschap veroordeeld, nu tot tien dagen eenzame opsluiting, welke straf hij van 14 tot 24 juni onderging. Twee jaar later, op 6 maart 1885, werd hij nog eens voor hetzelfde delict veroordeeld, nu in Eindhoven. De straf was een geldboete van elf gulden, subsidiair vijf dagen gevangenisstraf. Hij koos voor het laatste. De gevangenisautoriteiten noteerden als personalia: woonplaats: Uden, leeftijd 67, zonder beroep en lengte 1m55. Martinus stierf in Uden op 9 september 1890, aldaar gevolgd door zijn weduwe Wilhelmina Lemmers op 19 februari 1898 en op 14.9.1901 door een zoon Johannes, oud 38 jaar, ongehuwd, van beroep voerman en woonachtig te Uden.
Martinus had een broer Johannes, (geboren 1.1.1814), die ook wordt genoemd bij boven genoemde afwikkeling van de nalatenschap van hun broer de burgemeester. Johannes wordt hier aangeduid als ‘arbeider te Grave’. En net als Martinus kwam ook hij met de justitie in aanraking. Hij was toen 55 jaar en werd door het kantongerecht te Grave wegens overtreding van een politieverordening te Escharen veroordeeld tot twee dagen hechtenis, die hij in Grave uitzat tussen 18 en 20 oktober 1869. Enkele maanden later, op 7-8 februari 1870, moest een 26-jarige neef, Joannes Wilhelmus, oudste zoon van een oudere broer Bastiaan, van beroep dienstknecht, daar een dag straf uitzitten voor overtreding van een politieverordening in Reek. Raakten sommige broers van burgemeester Hendrik aan lager wal?
Aan de gevangenisautoriteiten danken we enkele bijzonderheden over broer Johannes: hij was van beroep vrachtrijder, woonde in Grave en aan een oog blind. Hij zou ook geen onderwijs hebben genoten, maar die aantekening is twijfelachtig: hij kon immers schrijven: zijn handtekening prijkt onder de geboorteakte van zijn oudste zoon. Johannes was ten tijde van zijn detentie al tien jaar weduwnaar van Maria Anna van der Heiden (geboren 21.12.1813 - 11.5.1859). Zij was geboortig uit Velp en Johannes had zich daar gevestigd, aanvankelijk als landbouwer. Hun zeven kinderen werden daar ook geboren.
Hun oudste zoon, Johannes (geboren 19.5.1848), trouwde in Gassel met Allegonda Maria van de Schans (geboren 1.5.1853) die in haar geboorteplaats op school was geweest. De huwelijksvoltrekking op 29.5.1876 vond plaats voor de burgemeester, de ‘neef’ Poos van Johannes. Dat zal ook gebeurd zijn bij de aangifte van de geboorte van zijn twee dochters: Maria Anna geboren 30.4.1877 en Lamberdina Antonia geboren 16.12.1878.
Johannes trok vervolgens met dit gezin naar Nijmegen, waar hij werd geregistreerd als arbeider; eerder, bij zijn huwelijk, was hij opgegeven als dienstknecht te Grave. Na een onderbreking als akkerbouwer in Escharen, waar nog twee dochters werden geboren (Johanna Maria geboren 20.5.1881 en Petronella Lamberta Maria geboren 12.1.1884), keerde hij terug naar Nijmegen, waar hij het beroep van koetsier op zich nam. Daar stierven twee dochters (Lamberdina geboren 12.9.1887 en Petronella geboren 3.1.1890) evenals een vijf maanden oud zoontje (Petrus Johannes 28.10.1887) en werd nog een gelijknamig zoontje geboren (3.3.1889). De oudste dochter, Maria Anna overleed op 18 januari 1941 in Soest, als weduwe van een caféhouder, Albertus Schoot, gestorven op 27 juni 1927 te Arnhem, 61 jaar oud. Maar wat er met haar ouders, broertje en zusje is gebeurd, weten we niet.
Op de voorgrond van de foto met hoge dames- en herenhoed het echtpaar Poos-Vierboom, waarschijnlijk gemaakt in 1905 bij hun 25-jarig huwelijksfeest in Nijmegen of omgeving. De jongeman rechtsboven met bolhoedje is een zoon van Poos-Vierboom en grootvader van mijn echtgenote. De anderen?
Wim Jaegers stuurde als aanvulling deze bidprentjes (met dank, Wim!)