skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Charivari bij De Verwe

Een charivari was een volksgericht, waarbij inwoners die sociale gedragsnormen hadden overtreden werden bestraft. Deze mensen werden dan vaak bespot door een optocht met veel herrie te maken door middel van geschreeuw en het slaan op o.a. ketels. In onze streken werd zo’n volksgericht ook wel toffelen genoemd.

Ordehandhaving

In Rooi speelde zich zo’n gebeuren af op een koude winteravond van 25 januari 1812 bij de herberg ‘de Verwe’.

De maire (burgemeester) Gerard de Jong had “met leedwezen” een "zaamzitting" gezien tussen zeven en tien uur bij het huis van Johannes van Breugel. Onbezonnen lieden hadden uit onkunde van de wetten zich gedurende een aantal dagen strafwaardig gedragen, om ook goede ingezetenen, welke geen schuld hadden, verdacht te maken. Er werd door de maire een nachtwacht ingesteld om bijeenkomsten op de publieke straten te beletten. Wanneer na zeven uur in de avond meer dan drie personen zich gezamenlijk op straat bevonden, werden ze gewaarschuwd om uit elkaar te gaan. En mocht men daar niet aan gehoorzamen dan was de opdracht deze personen direct op te sluiten.

Alle herbergen kregen de opdracht om precies om negen uur in de avond te sluiten op straffe van een boete.

Eigenaren van de herberg

De Verwe stond er al voor 1746. Er is dan een testament waarin de testateuren Peter, Cathalijn en Jenneke van de Laak verklaren het huis met land genaamd de Verwe te legateren aan hun neef Pieter Wouter Kluijtmans. Jaarlijks moest er uit de goederen een pacht van twaalf vaten rogge aan ‘t kantoor van de heer Kempenaar betaald worden. Peter Wouter kon lang wachten op zijn erfenis, Jenneke werd pas begraven op 10 januari 1780.

Helena Peter Kluijtmans is in 1796 de weduwe van Lambert van Breugel en moeder van Johannes, bij wie in 1812 het volksgericht plaats vond. Bij deling kwam het huis, hof en wat erbij hoort aan de weduwe en haar kinderen Johannes, Jennemie en Mechel.

Willem Kluijtmans en Johanna van Heertum met dochters Ant, Regien, Mina, Martha, de zonen Ties, Jas (bron: Collectie Jo van der Kaay)
Willem Kluijtmans en Johanna van Heertum met dochters Ant, Regien, Mina, Martha, de zonen Ties, Jas (bron: Collectie Jo van der Kaay)


De Verwe op kadastrale tekening
De Verwe op kadastrale tekening

Later kwam de ‘Verwe’ in handen van Willem Kluijtmans. Hij overleed in 1821 na zijn overlijden nam zijn vrouw Francijna van der Vorst ‘tapster’ de herberg over. Rond 1861 werden de goederen verkocht aan bierbrouwer Martinus van den Broek.

Families van de Broek bleven lang eigenaar, totdat ‘de Verwe’ rond 1977 werd verkocht door Johanna Maria Josepha van den Broek, die toen woonde in het Bejaardencentrum ‘Odendael’, aan Petrus Cornelis Rovers.

Branden

Foto: Collectie Ad van Esch
Foto: Collectie Ad van Esch

Rond 1880 werd de Rooise bevolking opgeschrikt door brandstichting en het ingooien van ruiten. Er woonden toen in Rooi ± 70 vergunninghouders. In verschillende herbergen werden plannen gesmeed, waarbij enkele deugnieten uit de betere kringen voor wat geld anderen hun duistere zaakjes lieten opknappen. Martinus Ruth Kluijtmans hoorde niet bij die herbergiers, hij was een doelwit en bij hem werd door leden van de toen zogenaamde ‘Blekke Ploeg’ brand gesticht.

Ook aan het begin van de Tweede Wereldoorlog moest de Verwe het ontgelden, begin mei 1940 is de boerderij en café in vlammen opgegaan. Het pand werd weer opgebouwd en voorzien van een tegel in de zijgevel met jaartal en in de vlammen de klimmende leeuw.

Bronnen

BHIC, Notariële akten Sint-Oedenrode, 1642-1935, toegang 7637
BHIC, Gemeentebestuur Sint-Oedenrode, 1811-1969, toegang 7635
BHIC, Schepenbanken Sint-Oedenrode, 1548-1811, toegang 7636
BHIC, Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, (1232) 1315-1811, toegang 7633
BHIC, Gemeentelijk kadaster Sint-Oedenrode, 1832-1971

Lees ook

Handboogschutterij ‘Rozenjacht Eendracht’

Toffelen

Boerenverhuizing

Reacties (3)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 18 mei 2021 om 14:15
Jee Willie, wat een wantoestanden. Ik had nog nooit gehoord van deze 'charivari'; weer wat geleerd.

Veel dank voor je bijdrage!
Harry van Aarle
Harry van Aarle zei op 15 november 2021 om 16:14
Bron: zo 2 mei 2021, De MooiRooi Krant. Café de Verwe was een echt boerencafé


Wie heeft er nog herinneringen aan Café de Verwe? Die vraag stelden we enkele weken geleden op de site van MooiRooi. Al vrij snel kwam er reactie uit Son en Breugel. Marie Jose Krol liet weten dat haar opa de uitbater van het café was. Haar moeder die deze maand negentig wordt, kan zich alles nog goed herinneren en vertelt haar kleinkinderen nog regelmatig over Café de Verwe. Maria van Nostrum - Rovers vindt het helemaal niet erg om de lezers van DeMooiRooiKrant te vertellen over het lief en leed dat zich afspeelde in Café de Verwe.

Maria van Nostrum werd geboren op 30 april 1931 en in 1934 namen haar ouders de boerderij en het café van een Van Kasteren over. “Het was een pachtboerderij van de familie van de Broek uit Rooi. Die familie bezat drie cafés in Sint-Oedenrode. Aan de Schijndelseweg waren zij eigenaar van de boerderij die nu de Rooise Boerderij is. In Nijnsel waren zij eigenaar van ’t Leeuwke dat toen nog aan de andere kant van de weg stond. Dat was overigens geen boerderij maar een kruidenierszaak met café”, vertelt Maria. “Mijn vader was overigens in hoofdzaak boer, het cafébedrijf deed hij er ’s avonds en zondags bij. Eigenlijk was het een echt boerencafé. Niet te vergelijken met de cafés van tegenwoordig. Bij ons in ’t café waren er vergaderingen van het veefonds, het paardenfonds er werd een kaartje gelegd en er stond een biljart. De mensen dronken een borreltje en gingen weer naar huis. Het werd nooit laat, want iedereen moest de volgende dag weer vroeg aan het werk”.

De historie van Café de Verwe kent een woelige geschiedenis. De moeder van Maria stierf bij de geboorte van haar achtste kind. Maar daarmee was het noodlot nog niet gedaan, Maria’s vader trouwde opnieuw, op 11 april 1940 gaf hij het jawoord aan zijn tweede vrouw. Een maand later op 11 mei staken terugtrekkende Nederlandse militairen de boerderij in brand. “Tegen de gevel van ons huis had het Nederlandse leger een grote hoeveelheid munitie opgeslagen. Toen zij zaterdagmiddag het bevel kregen om terug te trekken, was daar ook het bevel bij om de munitie te verbranden. Mijn vader vroeg de militairen een kwartier te wachten om een paar spullen te redden. De commandant zei dat toe, maar toen mijn vader naar binnen ging om het paard van stal te halen, staken ze de boel al in brand. Tot overmaat van ramp, namen de Duitsers die de volgende ochtend Rooi binnen trokken de laatste nog bruikbare spullen en eten mee. Toen hadden we helemaal niks meer, dan de kleren die we aanhadden. We hebben daarna bij de overburen mogen wonen totdat de nieuwe boerderij in 1941 klaar was”, vertelt Maria alsof dat het gisteren allemaal gebeurde.

Ook in de oorlogsjaren gingen het boerenbedrijf en het café gewoon door. “In die tijd gold er een avondklok en moest iedereen om elf uur binnen zijn. Het was niet zo dat de kastelein de gasten om elf uur buiten moest zetten. De enige plicht die de uitbater van een café had, was dat om elf uur de deuren open moesten staan. Dan wisten de gasten dat het tijd was om te vertrekken, wie niet wilde vertrekken, werd door de politie naar huis gestuurd. Maar tegenover ons op het Everse Akkerpad, hadden de Duitsers een uitkijktoren voor de luchtbewaking. De militairen hadden om elf uur afwisseling van de wacht en die groep die om elf uur klaar was, kwam bij ons biljarten. Er was geen politieagent, die de heren naar buiten stuurde. De Duitsers maakten eerst hun biljartspel af en dan gingen ze pas naar hun barakken”.

Na de oorlog werkte Maria regelmatig mee in het café. Samen met haar zus hielp ze haar vader. “Voor ons pap was het goed als wij meehielpen. Op de dagen dat wij er waren, kwam er veel meer jeugd dan anders. Normaal kwamen er vooral oudere mensen uit de Eerschotsestraat en de Heistraat een borreltje pakken, biljarten en een kaartje leggen. Maar ons pap had snel genoeg in de gaten, dat mijn zus en ik voor jongere gasten zorgden. Hij had ons dan in het weekend ook het liefste thuis. Maar af en toe mochten we ook uitgaan, dan was ons pap helemaal niet flauw en gaf voldoende geld mee. Maar hij kon het nooit nalaten om te zeggen, dit kost me twee keer geld. Het geld dat ik jullie meegeef en de omzet die ik misloop, omdat de jongens ook met jullie meegaan”, lacht Maria die er na zestig jaar nog steeds de humor en de goede bedoelingen van haar vader wel van inziet.

“Het café de Verwe is tot 1962 open gebleven. In dat jaar trouwde mijn broer Piet, die het café niet meer voortzette”, vervolgt Maria. “Onze Piet was de laatste uitbater van het café. Nu is er alleen nog de tekst op de gevel, die herinnert iedereen die vanaf de Eerschotsestraat Rooi binnenkomt er aan dat daar ooit een van de vele Rooise cafés was.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 15 november 2021 om 19:02
Bedankt voor deze uitvoerige en wetenswaardige aanvulling, Harry. Veel van opgestoken, mede dankzij De MooiRooi Krant!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen